
m
618 II. KL. NEGEMIENDE FAMILIE. SYPHILIDES.
in het aangezigt, met den tijd, door de onder dezelve
voortdurendeafscheiding, eene zeer aanmerkelijke dikte,
worden hoornachtig, ruw, vormen groote, misvormde,
verschillend gekleiirde halten en somvvijlen een masker
van korsten over het aangezigt ( A f b e e l d i n g e n Tab.
XIX. öli). Onder dezelve vormen zieh alsdan zweren,
welke steeds met likteekens, die lang gekleurd blijven en
later vuilachtig wit worden, genezen. Het beloop is
chronisch; latere uitbottingen zijn zeer veelvuldig.
3. Soort. Syphilojonthus latus.
De breede venerische pulsten.
S y n o n y m e n . Ecthyma syphiliticum. — Ecthyma
luridum Will.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XIX. 6.
V e r s c h i j n s e l e n .
Deze ziektevorm komt hoofdzakelijk aan de onderste
ledematen , zeldzamer aan den romp, de armen of in het
aangezigt voor. Soms bestaat hij alleen, of dikwijls echter
ook in vereeniging met den vorigen. Hij bestaat uit
afzonderlijke, breede en vlakke, dikwijls de grootte van
stuivers hebbende pulsten, die door eene donkere,
roodbruine, somwijlen zelfs zwartachtige areola wordt
omgeven, die meestal schotelvormig zijn en eenen donkergelen,
dikachtigen etter bevatten. Na eenige dagen
barsten de puisten en vormen zwarte, harde korsten,
die vast met de huid aaneenhangen, zeer droog zijn en
somwijlen, even als die der vorige soort, voortwoekeren.
Onder dezelve ontstaan altijd kringvormige zweren en,
wanneer deze genezen, likteekens, die aanvankelijk levendig
rood, gevoelig zyn en ligt bloeden; later echter
VI. GESLACHT. SYPHILOJONTHUS. 619
blaauw, bruin en zwartachtig worden en deze donkere
kleur langen tijd, somwijlen het geheele leven lang behenden.
E r k e n n i n g.
De venerische puisten onderscheiden zieh door dezelfde
kenteekenen van Impetigo, Acne en Ecthyma,
door welke Syphilolepis van Psoriasis, Syphilopsydrax
van Liehen enz. worden erkend.
0 0 r z a k e n.
De venerische puisten vertoonen zieh meestal secundair,
na voorafgegane chankers, in vereeniging met Angina
syphilitica en soortgelijke toevallen. Zij verschijnen
alsdan doorgaans het eerst aan het hoofd en in het aangezigt
, en bij jonge bloedrijke voorwerpen gaat de uitbotting
somwijlen zelfs van koorts vergezeld. Zij kunnen
echter ook als primaire venerische aandoening, als onmiddellijke
gevolgen der besmetting ontstaan, wanneer
namelijk de smetstof, door middel van het lancet, of op
eene soortgelijke wijze, onder de opperhuid gebragt
wordt. In zoodanige gevallen vormtzich, 24 uren tot
3 dagen na de inenting, eene donkerroode, koperkleurige
vlek, op welke weldra eene puist te voorschijn treedt, die
soms meer met de tweede, soms meer met de derde soort
van Syphilojonthus overeenkomt, en op eenen harden,
ongevoeligen grond huisvest. Wordt zij niet verstoord,
dan verdroogt zij , zonder te barsten , tot eene donkere
korst, rondom welke de areolae blijft voortbestaan, die,
van lieverlede, in omvang toeneemt, en onder welke eene
venerische zweer ontstaat. Doorgaans komen er vroegtijdlg
nieuwe puisten (meestal van de tweede soort) in
den omtrek der oorspronkelijke puist te voorschijn, de
uitslag verspreidt zieh, van hier uitgaande, over de huid,
er ontstaan opzwellingen der klieren, Angina syphilitica
en dgl., en de Lues wordt algemeen.
B e l l an del ing.
Wanneer de venerische puisten secundair ontstaan