
6 2 0 II. KL. NEGENTIENDE FAMILIE. SYPHILIDES.
zijn, ZOO is eene behandeling met kwikzilver, voornamelijk
met het Sublimaat, aangewezea, en uitwendige
middelen worden slechts dan noodzakelijk, wanneer
zieh dikke korsten en, onder deze, zweren vormen; men
lost alsdan de korsten door verweekende omslagen, baden
of zalven op, en behandelt de zwei'en, zooals zulks
bij Syphilelcosis zal worden aangetoond. Heeft zieh
daarentegen iemand door werktuigen beleedigd, op welke
de venerische smetstof zieh had kunnen inplanten, zoo
moet men, om de besmetting tegen te gaan, de plaats met
heischen steen, Chorur. antimon., salpeterzuur kwikzil--
ver en dgl. aanstippen en langen tijd koude omslagen
maken, om de smetstof in den aanvang te dooden. Op
gelijke wijze gaat men te werk, wanneer de oorspronkelijke
puist of korst reeds aanwezig is; slechts is het aangeraden,
behalve de bijtmiddelen en de koude, ten minste
daar, waar de plaatselijke aandoening reeds eenen geruimen
tijd heeft bestaan, in den omtrek van de aangedane
plaats der huid, inwrijvingen met kwikzilver te laten
aanwenden. Zijn er echter reeds een uitgebreide uitslag
of andere teekens van algemeene besmetting aanwezig,
dan moet er eene geneeswijze plaats grijpen, welke
met die der volkomen ontwikkelde venusziekte overeenkomt.
VIJ. Geslacht. Syphilidochthus.
De venei'ische knobbels.
Synonymen. Syphilis cut. tuberculosa. — Tuberculae
syphiliticae. — Das Knotensyphilid. — De venerische
huidtuberkels.
VII. GESLACHT. SYPHILIDOCHTHUS. 621
K e n m e r k e n.
Donkerroode, koperkleurige huidknobbels van verschillende
grootte en gedaante, van een vrij vast weefsel
en aanvankelijk gladde, drooge oppervlakte, verheffen
zieh op verschillende ligchaamsdeelen, doch voornamelijk
in het aangezigt. Soms schilfert hunne opperhuid
af en menigmaal staan zij krings- of slangsgewijze bij elkander;
in latere tijdperken gaan zij veelal in verzwering
over en vormen korsten en kwaadaardige zweren, welke
slechts door likteekens genezen. Alle syphilitische tuberkels
zijn secundaire ziektevormen.
Yer d e e l i n g.
Men kan 4 soorten (of varieteiten) van dit kwaadaardige
en niet zeldzaam voorkomende Geslacht onderscheiden.
1 . Soort. Syphilidochthus disseminatus.
De verstrooide venerische knobbels.
Synonymen. Tubercules syphilit. disséminés, non
ulcérans Ray.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XIX. 7.
V e r s c h i j n s e l e n .
Op verschillende plaatsen der huid , voornamelijk echter
in het aangezigt, op de punt en den rüg van den neus,
aan de kin, het voorhoofd enz., vormen zieh alleenstaande,
groote tuberkels, van eene donkerroode en
somwijlen bruinachtige kleur. Zij puilen sterk uit, zijn
rond, ei- of peervormig, hard op het gevoel, hebben
eene gladde, glanzende oppervlakte, bereiken dikwijls
de grootte eener hazelnoot of olijf en veroorzaken
weinig of geene pijn. Door geene areolae omgeven zijnde,
schilferen zij niet af en gaan slechts zeldenin verzwering