
188 II. KL. TWAALFDE FAMILIJE. CHYMOPLANU E.
hiertoe behoorende nederzettingen in de huid, de hoofd -
zaak. In pas ontstane gevallen, bij welke menigmaal
eene sterke opwelling in het vaatstelsel voorhanden is,
moet men zieh dikwijls bepalen tot uitwendige, afleidende
middelen, voetbaden met zoiit en asch , met mostaard en
koningswater, warme dampbaden aan de geslachtsdeelen,
inwrijvingen met terpentijn aan de inwendige oppervlakte
der dijen, bloedzuigers aan de scbaamlippen, aderlatingen
op den voet enz., en eerst langzamerband mag
men tot de aanwending van inwendige, stondendrijvende
middelen, Crocus, Aloe, Jodium, Sabina en dgl.
overgaan, die meer voor chronische gevallen en zonder
koorts dienstig zijn. Mögt de Menoplania zieh voordoen
als verschijnsel van eenig ander lijden der vrouwelijke
geslachtsdeelen, zoo zoude ook dit, door eene gepaste
behandeling, moeten verholpen worden. Behalve deze
voornaamste opgave bestaan er nogvelerlei aanwijzingen,
naar gelang der verschillende organen, die door Menoplania
worden bedreigd of zijn aangedaan en naar gelang
van den onderscheidenen toestand, welke door dezelve
in hen kan worden verwekt; de bloedstrooming moet
van gewigtige organen afgeweerd, eene aderlijke overvulling
vanbloed opgeheven, eene gevaar dreigende bloeding
gestild, de overgang in ontsteking, de vorming van tuberkels,
Hydrops enz. voorgekomen worden, en al deze
aanwijzingen kannen ook bij de menoplanische nederzettingen
in de huid in aanmerking komen, dewijl, zoo als
gezegd is, de Menoplaniae bij na nimmer de huid alleen ,
maar meestal gelijktijdig ook andere weefsels aandoen,
Somwijlen wordt er bij de veranderingen der huid zelfs
eene plaatselijke behandeling noodzakelijk, die echter
verschilt naar gelang der geslachten en nimmer ten doel
mag hebben, de Dermapostases te verdrijven, alvorens
de maandstonden weder geregeld zijn.
V e r d e e l i n g .
Hoe zeldzaam zieh de Menoplaniae ook naar de huid
VIII. GESLACHT. MENIDROSIS.
189
wenden, zoo laten zij zieh toch in drie verschallende
TieLevoimen van de door haar te Weeg gebragte Dermapostases,
in drie Geslachten, verdeelen.
FIJI- Geslacht. Menidrosis."^
Het maandstonden-zweet.
S v n o n v m e n . Haematidrosis menstrualis. - Sudor
cruentus e catameniis suppressis. - Die Menstrualblutung
der Haut, der Menstrualschweiss.
R e n m e r k e n . , f j
De ontlasting der maandstonden is beperkt of onderdrukt,
en in de plaats hiervan Scheidt de huid onder
de verschijnselen van eenen vermeerderden aderlijken toevoer
van bloed , een meer of minder bloedeng zweet af.
Y e r s c h i j n s e i e n . j i -i
Enkele plaatsen der huid , z e l d e n of nimmer de huid
van het geheele lichaam , worden, omstreeks den tijd
der maandstonden bij vrouwen, die aan ongeregelde
zuivering lijden, levendig rood of blaauwachtig gekleurd
vertoonen zieh met vaatnetten overdekt en somwijlen ook
wel met kleine , donkere vlekken , even als van purpura
Simplex minima, bezaaid. Na eenigen tijd scheiden deze
plaatsen een nu eens slechts roodachtig gekleurd, dan
weder zuiver bloederig zweet af, hetwelk in kleine droppels
uitsijpelt en somwijlen vrij rijkelijk is. Deze afscheiding
houdt doorgaans slechts eenige dagen aan,
ontbindt den vermeerderden toevoer van bloed naar
de huid en laat, wanneer zij verdwijnt, de aangedane
plaatsen geheel en al onveranderd achter. Na verloop
van 28 dagen echter keert de roodheid, zwelling en bloeding
terug, ten zij de Menoplania opgeheven of naar
VI a
'SmmSm^