
f-xi
I r -
N-.
j
>
Negentiende Familie. Si/philides.
Venerische Ziektevomien.
Het zou mij al te zeer van het doel van dit werk verwijderen,
wanneer ik in breedvoerige ophelderingen
over den oorsprong der venusziekte treden, en over de
verschillende beschouwingen omtrent dit punt een oordeel
Vellen wilde; ik bepaal mij daarom tot de opmerking,
dat ik de verschijning dezer ziekte in de eeuw, het
naast met het ziekteproces der Thjmioses in verband
breng, en mij alzoo (onder zekere bepalingen) tot de
meening verklaar, welke Sydenham en Kaller opgegeven,
en Thiery en Sprengel verdedigd hebben. Ik geloof
iiogtans niet, even als deze schrijvers, dat het juist de
Pians (het Geslacht Framboesia) geweest zijn, welke onraiddellijk
uit Afrika naar Europa overgeplant, hier als
Syphilis zouden opgetreden zijn. De stoute zeereizen
der Portngezen bragten, wel is waar, inde ¡D'i® eeuw,
de Westkust van Afrika, waar de Pians nog voornamelijk
te huis behooren, het eerst met het westelijke gedeelte
deraarde inaanraking; in 1433 werd dekustvan Guinea
in 1440 het Witte Voorgebergte, in 1446 de Azorische
eilanden, in 1463 Sierra Leone en in I486 de
Kaap de Goede Hoop ontdekt, en reeds in 1442, telde
Lissabon lOnegersop deszelfs markt, doch niemand vermeldt
ous, dat de Schapen van Heinrich, den zeevaarder.
•r'-V
NEGENTIENDE FAMILIE. SYPUILIOES. 571
of van Johan IL met nieuwe ziekten terug gekeerd zijn,
en niet uit Portugal, maar uit Italie verspreidde de
Syphilis zieh over geheel Europa. Veel aannemelijker
schijnt het mij toe, de kiem der venusziekte te moeten
zoeken in die vormen van Thymioses, welke reeds sinds
langen tijd in Europa voorkwamen, in den Q-üiiiov der
Grieken en Ficus der Romeinen, in den Morus, Thysius
en de Formica der middeleeuwen, van welke de Italiaansche
Geneeskundigen juist het meeste gewagen, en te
moeten aannemen , dat deze minder ontwikkelde Thymiosessoorten,
door epidemische en andere verhoudingen
begunstigd, in de Syphilis der 15^® eeuw zouden veranderd
zijn. Aan aanleidende oorzaken tot eene weelderige
uitspruiting van aanwezige ziektekiemen ontbrak
h e t , voornamelijk in Italie, omstreeks het einde dier
eeuw, waarlijk niet, en wanneer ons, van de eene zijde,
het weder van de jaren 1490 tot 1494, in velerlei opzigten
als ongewoon wordt afgeschilderd, zoo zijn van
den anderen kant de verhuizingen der Maranen (1492)
welke, van eenen Afrikaanschen stamen met hun vaderland
in een gestadig verkeer, welligt nog meer dan de
Italianen door Thymioses bezocht werden , en de krijgstogt
van den rusteloozen Karel VIII. van Frankrijk (1494)
voorzeker niet zonder invloed op de ontwikkeling en uitbreiding
der venusziekte gebleven. Waarom zoude in
dien tijd, uit kennelijke grondvormen, de Thymioses,
niet eene dergelijke ziekte hebben kunnen ontstaan,
als zieh , in meer rüstige dagen, zonder dat wij de oorzaken
van haar ontstaan met zekerheid kunnen aantoonen,
in den aanvang der 18"^® eeuw, in Noorwegen, en omstreeks
het jaar 1790, in Istrie vormde. Dat ten minste de Syphilis,
bij hare eerste verschijning eene, naar Radesyge,
Scarlievo en naar alle volkomen ontwikkelde Thymioses,
in velerlei opzigten, gelijkende ziekte was, zal niemand
ontkennen, die hare beschrijvingen bij Cumanus, Grunpeck,
Benivenius enz, gelezen heeft.
1