
«f
vt
r
540 II. KL. ACHTTI£JV0E FAMILIE. TlliMIOSKS.
verloopen, zoo vreeselijk zijii zij dikwijls bij kwaadsappige,
klierziekige en scheurbuikige voorwerpen, of wanneer
hunne ontwikkeling op de huid verliinderd ea onderdrukt
wordt. In het eerste geval veränderen de meeste
der sponsachtige uitwassen in kwaadaardige zweren,
welke eene groote hoeveelheid eener etterachtige stof afscheiden
en zieh met korsten bedekken, onder welke zij
hare verstoringen in de diepte voortzetten, de beenderen
aandoen en niet zelden, door doorknaging van groote
vaten , doodelijke bloedingen te vpeeg brengen. Menigmaal
gaat in zoodanige gevallen ook het slijmvlies van den
neus in verzwering over, de neusbeenderen worden carieus,
de keelholte en het verhemelte verstoord, en eene
hevige uitteringskoorts, dikwijls met putride verschijnselen
, put de krachten uit en brengt den dood aan. Stellen
de lijders zieh echter, voornamelijk omstreeks den
regentijd, aan eene verkoudheid bloot, of wordt de uitslag,
zooals de slavenhandelaars plagten te doen, dadelijk
bij zijn ontstaan, inet kwikzilverinwrijvingen behandeld ,
ZOO verplaatst zieh het op de huid beperkte, terug gedreven
lijden op de beenderen, op de zintuigen en naar
inwendige organen. Er ontstaan hevige pijnen in de
pijpbeenderen, die voornamelijk des nachts toenemen ,
Osteomalacia, gomgezwellen, Exostoses en vroegoflaat
Caries , uit het inwendige beenvlies hären oorsprong nemende.
De zieken worden blind en doof, beginnen te
hoesten of aan aanhoudende diarrhoeen te lijden en sterven
aan Phthisis of Lienterie, aan verzwering der darmen
of aan waterzucht.
V p o r k o m e n e n O o r z a k e n .
Het eigenlijke vaderland der Framboesia schijnt Afrika
te zijn. Reeds de Arabieren der 10'^" eeuw (Ali, de zoon
van Abbas) kenden haar als eene in Aetiopie menigvuldig
voorkomende ziekte, en beschreven niet slechts den uitslag
in het algemeen (Safath, Schir-Benadsch Avicenna)
, maar ook den Mama-pian (Bolachith) , de
i . GESLACHT. FRAMBOESIA. 541
Crabbe-yaws (Botamin) en de Guignes (Daliesah). üit
Gentiiis da Foligno en Leo van Africa echter blijkt, dat
deze ziektevorm ook in de en Ib^" eeuw in dat werelddeel
veelvuldig was, en in onzen tijd heeft men de
Pians en Yaws niet slechts in Guinea, alwaar, volgens
Winterbottom, elke neger, eenmaal in het leven, door hem
wordt aangedaan, maar ook in Barbarje (Lempriere) ,
in Masnah (Bruce) en op vele andere plaatsen waargenomen.
Ue aandoening bepaalde zieh echter niet fot dit
werelddeel, want reeds Ali vermeldt, dat zij ook in Indie
voorkwam. Bontius zag haar, in den aanvang der 17'^®
eeuw, te Amboina, en op deandere Moluksche eilanden,
en in Amerika, alwaar zij welligt door den slavenhandel
is overgebragt geworden, komt zij thans niet minder,
dan in Afrika voor. De Antillische eilanden , Midden-
Amerika, Guiana en B r a z i l i e worden voornamelijk doov
haar bezocht; zeldzaam is zij reeds in het zuidelijke gedeelte
der Yereenigde Staten, en aan gene zijde van 35
graden breedte, schijnt zij nimmer voorgekomen te zijn.
Even als alle Thymioses toont zij eene vooringenomenheid
voor de kusten', ten minste komt zij hier menigvuldiger
voor , dan in het binnenland.
In Guinea ontstaat zij vrijwillig en door besmetting;
of zij echter ook in andere oorden, en voornamelijk in
Amerika, door besmetting kan ontstaan, zooals Piso,
Darwin, Pouppe- D e s p o r t e s en anderen beweren , ofdat
zij zieh aldaar slechts door mededeeling uitbreidt, zooals
Rankine, Gomes, Mason enz. verzekeren, kan ik niet
beslissen. Als zeker zoude men echter kunnen beschouwen,
dat zij v r i jwi l l i g slechts bij gekleurde menschen,
welligt alleen bij negers, voorkomt. Aan de westkust
van Afrika zoude zij elken inboorling en de meesten reeds
in den kinderlijken leeftijd of omstreeks de huwbare jaren
aandoen. Men houdt , hoewel ik niet weet met welk
regt, de onzuiverheid en de ongezonde voeding der negers
met zetmeel bevattende planten, dikwijls ranzig vet
H,