
20 TWEEDE KLASSE. DKRMAPOSTASES. HEGENDE FAMILIE. HAEMAXOCHROSES. 21
plaatsen vei'hoogd, maar meestal, even als die van het
geheele ligchaam, voor den lijder zelven en voor de
onderzoekende hand geringer, dan in den normalen toestand.
6. De bij de meeste Dermapostases aanwezige neiging,
om zieh woekerende uit te bi-eiden, ontbreekt bij
de bloedziichten bijna geheel, en slecbis bij eenen
der liier toe behoorende ziektevormen, bij de scheurbuik,
eindigt de huidaandoening somwijlen in verzwering.
7. Bij vele soorten ontstaan de bloedvlekken aan
alle deelen des ligchaams, bij andere slechts op enkele
plaatsen; altijd echter toonen zij eene zekere vooringenomenheid
voor de, het meest van het hart verwijderde
deelen der huid.
8. Zij zijn van geenen vlugtigen aard, verdvvijnen
gedurende het leven nooit plotselijk, en blijven, wanneer
zij door in de huid verwijlend of uitgestort bloed
zijn te weeg gebragt, ook nog na den dood bestaan.
9. Behalve de huid worden er bij de meeste Haematochroses
nog andere organen en weefsels tot nederzetting
en uitscheiding van een in hoedanigheid
veranderd bloed gebezigd. Dikwijls worden de slijmvliezen,
even als de huid, de zitplaats van eenen overeenkomstigen
, passief vermeerderden toevoer en uitstorting
van bloed, en niet zelden ontstaan uit dezelve, of
uit parenchymateuse organen , rijkelijke bloedingen. De
lijkopeningen echter toonen aan, dat somwijlen zelfs
de weivliezen van belangrijke organen met bloedvlekken
bezet zijn, en dat inwendige parenchymateuse Organen,
voornamelijk de longen en de milt, door het
zwarte bloed worden uitgezet, of uitgestort bloed in
zieh bevatten. Deze verschijnselen van het haematochrotische
procès in andere organen, vertoonen zieh nu eens
voor, dan met, dan weder na de huidveranderingen,
die het verwekt.
10. De ontbinding der bloedmassa, welke de grondslag
van al deze ziekten is, geeft zieh gewoonhjk reeds
voor de nederzetting en uitscheidingen van bloed, en,
altiid met haar vereenigd, bij alle ziektevormen, door
eene eigeuaardige gesteldheid, en door meer of minder
belangrijke stoornissen in den geheelen toestand te kennen.
De zieken zien er bleek, kwaadsappig, opgeblazen
uit, hunne huid is op het gevoel koadachtig, zij
zijnligt vermoeid, de spijsvertering lijdt, de uitloozingen
gaan traag, de ademhaling is beklenid, de kloppmg
van het hart en de slagaderen zonder kracht, de denkbeeiden
somber enz.
Deelneming van het geheele Organismus.
De bloedzachten verloopen gewoonlijk zonder koorts.
Voegt er zieh echter vroeger of later koorts bij, of verwikkeleu
zij zieh met eene andere koortsachtige ziekte,
dan vertoonen zieh de verschijnselen van ontbinding
des te sterker en de koorts verhoiidt zieh even als de
zoogenaamde febr. putrida.
V e r s p r e i d i n g , Mededeeling, Zamenstelling.
Er zijn Ilaematochroses, welker veranderingea der
huid zieh tot enkele plaatsen beperken; menigvuldiger
echter verspreiden zij zieh meer of minder over het
geheele ligchaam. Zij beginnen meestal aan ver van het
hart verwijderde deelen, voornamelijk aan de ledematen
en in het aangezigt, en ontwikkelen zieh hier doorgaans
het sterkste. Berusten zij op passief vermeerderden
bloed toevoer, dan breiden zij zieh , naar den zamenhang,
Over groote oppervlakten uit; worden zij daarentegen te
weeg gebragt door uitstorting van bloed, dan vormen
zij enkele, omschrevene, verschillend groote vlekken.
Wat de mededeel ing betreft, zoo maken bij vele
ziektevormen , b. v. bij purpura simplex, het eigenaardige
voorkomen , de vermelde stoornissen in den geheelen
toestand en de Dermapostasis de geheele ziekte uit;
menigvuldiger echter volgen er ook bloedige uitschei