
sä
3 0 II. KL. NEGENDB FAMILIE. HAEMATOCHROSKS.
landvieesch is menigmaal opgezwollen en bloedt ligt.
Bij deze Lestendige verscliijnselen voegen zieh van tijd
tot tijd, iu het begin voornamelijk na inspanningen,
verkoudheid en dgl., aanvallen, in welke de zieken zeer
angstig, kort en steunend ademen, liet hart hevig en
onregelmatig klopt, de pols aan de ijskoude ledematen
bijna geheel verdwijnt, de blaauwe kleur meer donker
wordt, vloeijingen yan ontbonden bloed uit de mondholte,
den neas, de longen volgen, en die menigmaal
met onmagten of stuipen eindigen. Deze aanvallen veroonen
zieh in den aanvang zelden, weken en maanden
na elkander, menigvuldiger in den winter dan in den
zomer; later worden zij talrijker en heviger, ontstaan
zonder kenbare oorzaak, en alsdan nemen ook de bestendige
verschijnselen spoedig toe.
O o r z a k e n .
De blaauwzucht komt meer bij mannelijke dan bij
vrouwelijke personen voor (59 : 29 Horner.) en is somwijlen
erfelijk. Gebreken in de vorming van het hart
en der groote bloedvaten , die zeer verschillend kunnen
zijn, doch alle daarin met elkander overeenkomen, dat
zij eene onmiddellijke gemeenschap tusschen het aderlijke
en slagaderlijke bloed mogelijk maken, stellen steeds
hare inwendige oorzaak daar. Bestaat deze gemeenschap
der ontleedkundige gesteldheid der deelen noodzakelijk
of slechts in eenen geringen graad, b. v. bij een
ontbrekend of wijd doorboord middelschot der hartekamers,
zoo is dit voldoende, haar werkelijk daar te
stellen, en alsdan ontstaat de Cyanosis dadelijk na de
geboorte. Andere gebreken in de vorming daarentegen,
waaronder voornamelijk het menigvuldig voorkomende
openblijven van het eironde gat, brengen op zieh
zelve niet altijd blaauwzucht te weeg; men treft het menigmaal
bij kinderen en volwassenen aan zonder verschijnselen
van Cyanosis. Er is aldus, om de gemeenschap
tusschen de beide helften van het vaatstelsel
I . GESLACHT. CrANOSIS.
ea de ziekte te voorschijn te roepen, nog eene andere uUWendige
oorzaak noodig, zooals hevige mspannmg door
Toopen, dansen, schreijen , een val of s.oot op de borst
eene Sterke gemoedsaandoening enz. Alsdan versch jut
de Cyanosis onmiddelUjk na zoodanigen mvloed, maan-
I n en jaren lang na de geboorte, en .k heb gez.en, dat
eene vrouw , in haar 7 0 - jaar , na eenen hevigen toorn,
blaauwzuchtig werd en binnen weinige dagen aan de
ziekte stierf.
B e l o o p , Daar , Uitgang en Voorzegging. ^
Na eens verloopt de aandoening binnen weinige da-
.en dan weder duurt zij vele jaren lang. Hartmann
L h a a k van eenen zieke, die 35, en Barns van eenen
anderen, die 39 jaren lang blaauwzuchtig was. BiJ
eenen langen duur oefenen de jaargetijden eenen aanmerkelijken
invloed op haar uit; de zieken bevindea
zieh in den winter slechter, en hunne kleur is alsdan
ook donkerder , dan in den zomer.
Wat de u i t g a n g e n betreft, zoo worden, wel is waar,
eenige gevallen verhaald, in welke genezmg zoude gevokd
zijn, doch deze zijn niet genoegzaam bevestigd.
De gewone uitgang is in den dood , die bij kleine kmde-
- ren meestal in eenen aanval van stuipen, bij volwassenen
door plotselijke verlamming van het hart, m eene onmagt,
of door bloedingen uit de longen enz. volgt.
Menigmaal sterven blaauwzuchtigen echter ook aan watsx'zu
eilt*
De voor z egging is zeer ongunstig, doch geheel
en al onafhankelijk van de veranderingen der huid.
L i j k o p e n i n g .
De blaauwzwarte kleur der huid blijft ook nog bij de
lijken bestaan en blijkt veroorzaakt te zijn, door eene
overvulling van het vaatnet der huid met donker gekleurd,
dun bloed. De grootere huidaderen zijn somwijlen
met aderspatten bezet; slechts zeer zelden treft
men op sommige plaatsen Ecchymoses aan. Bovendien