
638 Ii. KL. NEGENTIENDK FlMItlE. SYPHILIDES. X. GESLACHT. SVPÍ1IL0PSIL0MA. 639
H
W
i I m
M
R
O o r z a k e n .
De eerste soort komt altijd slechts in vereeniging met
algemeene verouderde Syphilis en inet audere toevallea
der slijmvliezen , der Imid of der beendereu voor. Zij is
vrij zeldzaam. De tweede , nog zeldzamer voorkomende
soort lieeft men steeds bij pasgeborenen waargenomen en
hare eerste sporen nii eens onmiddellijk na de geboorte,
dan weder eenige dagen of weken later gezien.
B e h a n d e l i n g .
Bij beide soorten is eene inwerkende, antidyscrasische
behandeling noodig; bij de eerste de kuur van
Dzondi en dg]., by de tweede het kwikzil\er van Hahne—
man of de Calomel, door welke Goelis van 5 kinderen,
4 weder herstelde. Inwrijvingen der blaauwe kwikzalf in
de verharde plaatsen, en eene gepaste behandeling der
zweren, door plaatselijke middelen, zullen de werking
van het inwendig toegediende kwikzilver ondersteunen.
X. Geslacht. Syphilopsiloma.
De venerische kaalheid.
S y n o n y m e n . Pellarola Brassavol — Alopecia vénéi
ienne Rayer,
A f b e e l d i n g e n . Tab. XX. 5.
Ken m e r k e n . De hären van het hoofden van andere
deelen vallen, bij voorwerpen, die aan dyscrasische Syphilis
lijden, nit.
Vers chi j n s el en.
Ilet werd reeds vermeld, dat voorwerpen , die aan venerische
vlekken, schubben en tuberkels lijden, somwijlen
kaal worden. In zeldzame gevallen echter gebeurt
het ook, dat voorwerpen, bij welke de Vennsziektegeene
andere veranderingen der huid te weeg brengt , de hären
verliezen ; voornamelijk zijn voorwerpen, die aan hevige
nachtelijke pijnen van de beenderen des hooids lijden,
tot deze toevallen geneigd. Nu eens beperkt zieh het
uitvallen der hären, hetwelk door geene verbleeking wordt
voorafgegaan, tot enkele plaatsen, b. v. het achterhoofd;
dan weder verbreidt het zieh over het geheele hoofd en
somwijlen zelfs over alle behaarde deelen des ligchaams.
Zelfs wanneer de Syphilis is opgeheven, ziet men zelden
eene herstelling van het verlorene.
B ehande l ing.
Plaatselijke middelen zijn vruchteloos en alleen de genezing
der Dyscrasie is in Staat, het uitvallen der hären
enz. te bepei-ken.
XI. Geslacht. Syphilonychia.
De venerische aandoening der nagels.
S y n o n y m e n . Affectio unguium syphilitica Das
Nagelsyphilid.
K e n m e r k e n .
De nagels worden, bij venerische voorwerpen, nuecns
met prikkeling en verzwering der naburige weeke deelen
, dan weder zonder deze, misvormd en vallen af.
V e r d c e l i n g.
Er laten zieh 2 soorten onderscheiden.
' M
r
h