
2 7 6 n. KL. VIJFTIENDE FAMILIE. SCROPHÜLOSES.
ten, baav dikke, bijna brijacliUge inhoud van eeneis
eigenaardigen reuk, de merkbaar ligte, drooge korsten ,
de zweren onder dezelve, de besmeltelijkheid enz., maken
de onderkenning van de Eczematoses zeker. Van Favus
eebter onderscbeidt Alpbus zicb, door dat zlj voortdurend
op onbebaarde plaatsen der buid voorkomt, terwijl
Favus eene zeer groote vooringenomenbeid voor bet behaarde
gedeelte des hoofds beeft, door de anders gevormde,
niet ingedrukte, maar puntige puisten en
korsten, door bare wilte en witgrijze, niet stroogele
kleur enz.
O o r z a k e n .
Alpbus, voornamelijk alpb. confertus, is, ten minste
in streken, in welke de klierziekte endemisch is, geen
zeldzaam verscbijnsel. Ik beb hem zoowel te Wiirzburg
als te Gottingen herbaalde malen bij kinderen en
jouge lleden der geringere klassen, in vereeniging met
scrophuleuse aandoeningen der klieren , Rhacbitis, Paedarthrocaee
en dgl., in enkele gevallen echter ook als
de eenige scrophuleuse ziektevorm, bij een klieracbtig
voorkomen, waargenomen. Hij deelt zieh, even als
Favus, door besmetting mede; een met Alpbus behebt,
klieracbtiff meisje, stak bare zuster, die bij haar sliep,
aan; inentingen eebter, door middel van bet lancet,
mislukten mij. Het is opmerkenswaardig, dat eenvoudige
Eczematoses, Impetigo, psydracia flaveseens, Ecthyma,
Acne en dgl., wanneer zij bij klierachtigen
voorkomen en door de Dyscrasie worden gewijzigd,
voornamelijk veel overeenkomst met het Geslacht Alpbus
verkrijgen, de bleekroode, zuchtig gezwollene areolae,
en de helder gekleurde, woekerende korsten van deze
aannemen, en dat alzoo de meeste der boven vermelde
gemengde ziektevormen van het ziekteproces der Eczematoses
en dat der Scropbnloses het midden schijnen te
houden tusscben de overeenkomende, eenvoudige afscheidingsziekte
der huid en Alphas. Welligt kan
II. GESLACar. ALPHÜS.
Alphas zieh door zoodanige overgangssoorten uit eenvoudige
Eczematoses vormen.
B e l o o p , Duur, en Uitgang.
Het beloop is chronisch en de daar onbepaald; nogtans
verwijlt Alpbus zelden zoo lang, als in gevaarUjke
gevallen van Favus. Gene z i n g ontstaat terwijl de
korsten afvallen, de huid langzamerhand hare natuarlijke
gesteldheid weder aanneemt en de zweren likteekens
daarstellen; nogtans kan de uitslag, zoolang de Dys-^
crasie nog niet is opgebeven, altijd wederkeeren. Somwijlen
blijven er verzweringen terug, die alle kenmerken
der scrophuleuse zweren dragen. Eenen meer gevaarhjken
uitgang heb ik nimmer waargenomen , ofschoon het
mij niet onwaarschijnlijk toeschijnt, dat de witte huidklierkorst
even zoo goed als bet vorige geslacht, zieh
zoude kunnen verplaatsen.
V o o r z e g g i n g . .
Alpbus is noch zoo moeijelijk in de genezing, noch
zoo gevaarlyk als Favus , en de voorzegging rigt zieh
meer naar de gelijktijdig aanwezige, andere soorten van
Scrophulae dan naar de veranderingen der huid zelve.
L i j k o p e n i n g . , , ,
Ik heb nimmer gelegenbeid gehad de buid van eenen
liider aan Alphus met het ontleedmes te onderzoekcn,
doch uit de zwelling en onbewegelijkheid der aangedane
plaatsen zoude ik besluiten, dat ook by dezen
ziektevorm niet alleen de afscheidingsoppervlakte, maar
ook de diepere lagen der lederhuid zijn aangedaan. Ue
korsten bestaan ook hier uit draadzwammen, welke zieh
even zoo schijnen te verbouden als die van Favus en
zelfs in de aangebaalde gemengde soorten komen dusdanige
parasitische gewassen voor. Slechts maken zij
bii deze ziektevormen niet, even als bij Alpbus, de geheele
zelfstandigheid der korsten uit, maar vertoonen
zieh tusscben de uitzwetingsligchaampjes en de cellen der
opperhaid, uit welke dezelven bestaan, en schijnen uit
< i