
IISb' - i
144 n. Kl. TWAALFDK FAJIILIE. CHYMOPLANIAE.
liij zelf gekleiird knopje, zelden een beider of weiachtig
blaasje, en nog zeldzamer zilten meerdere kleine vruclit
enope enenen denzeliden bobbel. Dezeuitboltingbrengt
de hevigste pljn te weeg; bet is den zieken als of zij op
netels en dorens liggen; zij kunnen niel slapeii en krabben
zlcb de buid met de nagels open. Des daags is de
jeuking veel gematigder, de pericarpia zijn verdwenen,
en slecbts de kleine knopjes blijven op de drooge, onwerkzame
buid staan. Deze zijn balfkogelvormig, ter
grootte van eenen speldekop, en iets 'donkerder dan de
natunrlijke kleur der buid , staan verstrooid , zelden digt
op elkander gedrongen en verdwijnen, wanneer zij onverlet
blijven, met ligte afscbilfering. Meestal worden
zij ecbter door de zieken des nachts met de nagels verstoord
en vormen alsdan kleine, zwarte, nit gestremd
bloed gevormde korreltjes. Elke nacht brengt nieuwe
uitbottingen, en, met bet ontstaan de rbobbe l s , nieuwe
pijn mede. Heeft de aandoening eenigen tijd geduurd ,
dan neemt de uitwaseming eenen walgelijken , eigenaardigen
reuk a an, de buid wordt aardkleurig, bard en
ruw, en er \ormen zieh, dikwijls bij de grootste zindelijkbeid,
talrijke luizen (pediculi corporis) op de buid ,
die de pijn nog vermeerderen.
E r k e n n i n g.
Cnesmus vulgaris zoude met Lichen en St rophulus ,
met den schurftvorm Prurigo en met Urticaria kunnen
worden verwisseld. Waardoor bij zieh van de beide
laatste onderscheidt , zal bij derzelver afhandeling wor -
den aangetoond van de beide soorten van Eczeuiatoses
ecbter wordt bij daardoor erkend, dat deze bij jonge
lieden, niet zoo als Cnesmus bij grijsaards, voorkomen,
dat de stoornissen in het pisstelsel bij hem ontbreken,
de bobbelvormige pericarpia ook des nachts niet aanwezig
zijn, de knopjes digter bij elkander, en bij Lichen
op eene gemeenschappelijke areola staan, dat het aangezigt,
hetwelk bij Cnesmus steeds verschoond blijft,
nr. GESLACHT. CNESMUS. Wo
dikwijls wordt aangedaan, dat de jeuking zelden zoo hevig
is enz. —
0 o r z a k e n. i • i
Cnesmus vulgaris is de meest gewone uroplamsche
Dermapostasis der grijsaards ea wordt nooit by kinderen
of ionge heden aangetroffen. Hij Yertoont zieh memg -
vuldiger bij idiopathische, dan bij symptomatische ver -
plaatsing van pis en ontstaat, na al de genoemde oorzaken,
voornamelijk na schadelijkheden in de voedmg,
gewoonlijk als het eerste teeken van Uroplama. In
ziin begin is de pis dikwijls niet merkbaar verminderd
of veranderd ; bet schijnt als of het bloed zieh van de
scherpe Stoffen, die hetzelve door het voedsel worden
t o e g e v o e r d , primair door den uitslag ontlast; gedurende
het verder beloop der ziekte neemt de pis echter altijd de
beschrevene gesteldheid aan en wordt spaarzaam geloosd.
B e l o o p , D u u r , U i t g a n g .
Het beloop is steeds chronisch en de duur der enke e
vruchten, even als die der aandoening in haar geheel,
zeer onbepaald. Het jaargetijde en het weder oefenen
hierop eenen grooten invloed u i t , en niet zelden
verdwijnt Cnesmus in den zomer volkomen en komt
eerst in den herfst weder te voorschijn. Zijne uitgan-
1. In v o l k o m e n e g e n e z i n g . De afscheidmg
der pis wordt rijkelijk en normaal en de huid schilfert
zieh, onder eene vermeerde afscheiding, langzamerband
af. Herhalingen zijn menigvuldig.
2. In gedeeltelijke genezing. Dikwijls blijft de huid
nog langen tijd wankleurig , droog en bet jeuken des
nachts duurt zonder uitbotting voort.
3. In a n d e r e z i e k t e n . Er kunnen zieh bij
Cnesmus reeds in zijn be g in, menigvuldiger echter in
zijn be loop, zonder dat hij verdwijnt, de veelvuldigste
uroplanische toevallen en ziektevormen voegen. Ik heb
Pompbolvx, Esthiomenus en andere ziektevormen dezer
^ 10
i