
666 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSTASES. TWINXIGSfE FAMILIE. CARCINOSES. 667
genezing vruchteloos. Zelfs onder schijnbaar gunstige
verhoudingen opgeheven, keert de kanker gaarne op dezelfde
of op eene andere plaats terug, en niet zelden ontwikkelt
zieh, na de uitroeijing van eenig plaatselijklijden
van dezen aard, de carcineuse Dyscrasie, die volgens alle
ondei'vinding tot dus verre, geheel ongeneeslijk is.
2. In den do od. Dit is , zelfs bij de huidvormen,
de meest gewone uitgang. Deze kan, zonder datdaarom
de kanker algemeen werd , bij vele vormen door bloeding,
bij alle door febr. hectica, putrida, door Phlebitis enz.,
welke het derde tijdperk vergezellen, ontstaan; dikwijls
echter hebben er kankeraardige nederzettingen in talrijke
en gewigtige Organen plaats, waardoor alsdan de doodelijke
uitgang vyordt te weeg gebragt.
V o o r z e g g i n g .
Indien ook de huidkanker eene eenigzins gunstigere
voorzegging toelaat, dan die van andere Organen, zoo
behooren nogtans ook zij tot de ergste en gevaarlijkste
ziekten. De voorzegging rigt zieh:
1. Naar den vorm. Later zal worden aangetoond,
dat niet alle geslachten en soorlen even kwaadaardig zijn.
2. Naar het t ij d p e r k. Hoe minder het lijden ontwikkeld
is, des te meer kan men op genezing hopen.
3. Naar de u i t b r e i d i n g. Heeft de Dermapostasis
zieh reeds over groote oppervlakten verspreid , naburige
Organen in medelijdendheid getrokken, of zijn er welligt
reeds sporen van algemeenen kanker aanwezig, dan is de
voorzegging ongunstig.
4. Naar het u i tzigt ende geheelegesteldheid
der zieken. Aardvale aangezigtskleur, groote afmatting
en ne^rslagtigheid, pijnen in de ledematen, vermagering
en dgl. zijn siechte voorteekenen.
5. Naar de o o r z a k e n . Kan men eene bepaalde en
te overwinnene Dyscrasie als de oorzaak van den kanker
aantoonen, zoo is dit beter, dan wanneer de oorzaken
niet kunnen worden opgespoord.
6. Naar de i n s t o r t i n g e n. Heeft de kanker, nadat
hij eens opgeheven was, zieh weder ontwikkeld,
zoo kan men ook voor het vervolg geene betere uitkomst
verwachten.
Bovendien moet men acht geven met betrekkmg tot
den tijd, in welken de ongunstige uitgang zal plaats hebben,
op den ouderdom en den toestand der krachten
van de zieken, het verschijnen van febr. hectica, PhlebitBis
eehnaz.n d e l i n g .
De a a n w i j z i n g voor de oorzaken is, voor het
goede gevolg der behandeling, van het hoogste gewigt:
alleen waar deze kan worden opgevolgd, kan men hopen,
dat de eenmaal opgeheven kanker niet weder uitbreke.
Bij voorwerpen, welker ouders, broeders, zusters enz. aaa
kanker hebben geleden, is zelfs b e h o e d z a a m h e i d aangewezen,
welke in de vermijding van al dien invloed bestaat,
welken wij hebben leeren kennen, de volkomene
ontwikkeling van den kanker te kunnen bevorderen en
waarbij men zorgvuldig elke dyscrasische kiem moet
in aanmerking nemen en behandelen. Is de kanker echter,
als plaatselijkeaandoening, reeds aanwezig, zookomt
het alles daarop aan, de Dyscrasiae, uit welker ontaarding
hij ontstaan is, op te sporen en op eene gepaste wijze te
bestrijden. Bij den kanker kunnen voorts, naar gelang
der verscheidenheid zijner grondslagen, Mercurialia,
Chloorgoud, Jodine, Arsenicum, Calendula, Belladonna,
Cicuta, in het kort, al de tegen denzelven aanbevolene
middelen van voordeei zijn , doch ten onregte
heeft men elk derzelve tegen het ziekteproces in het algemeen
aangeprezen ; bijua elk bij zonder geval vereischt,
met betrekking tot hetgeen Anamnesis, de gesteldheid
der zieken, de hoedanigheid en zitplaats van het plaatselijke
lijden enz. aan den dag leggen of laten vermoeden,
eene andere inwendige, tegen den wortel der ziekte gerigte
geneeswijze.