
V i
106 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSTASES.
TWAALFDE FAMILIE. CHYMOPLANIAE.
der gelegene celweefsel verder voort, en bij vele van
haar, voornamelijk bij de Uroplaniae, bestaat er eene
zekei-e neiging tot verstoring der aangedane deelen, tot
verzwering.
8. Hoewel de huid ook menigmaal in het ziekteproces
der Chymoplaniae als plaatsvervangend afscheidingsorgaan
verkozen wordt, en ten minste bij de verplaatsing
van zekere afscheidingen, voornamelijk der pis ender
gal, veelal liet eerst wordt aangedaan, zoo is zij nogtans
slecbts zelden het eenige orgaan, door welk de plaatsvervangende
uitscheidingen volgen. Meestal doet de
Chymoplania te gelijker tijd en naderhand, soms echter
ook voor de huid, nog andere organen en weefsels aan,
en de chymoplanische Dermapostases gaan derhalve, voornamelijk
bij een langer beloop , behalve van de verschijnselen
van onderdrukte afscheiding, voor welke zij de
plaats vervangen, en van de verschijnselen , die nu eu
dan op de veranderde bloedmenging wijzen, doorgaans
van soortgelijke stoornissen in andere organen vergezeld ,
door welke de plaatsvervangende uilscheiding insgelijks
wordt daargesteld. Naar de verscheidenheid der ziektevormen
en gevallen kunnen op deze wijze zeer vele
Organen door Chymoplaniae worden aangedaan, en stoornissen
van eenen zeer verschillenden aard in hen ontstaan;
in het algemeen echter geven de Chymoplaniae zieh, even
als in de huid, ook in andere organen oorspronkelijk door
verschijnselen te kennen, welke met die der eenvoudige
afscheidingsziekten dezer organen overeenkomen; zoo
brengen zij in de slijmvliezen Blennorrhoeae, in de weivliezen
Hydrochyses en dgl. meer te weeg.
9, Wordt bij de Chymoplaniae de plaatsvervangende
werkdadigheid van eenig orgaan belemmerd , zoo wendt
zieh de ziekelijke uitscheiding en nederzetting veelal
naar een ander, en ^aardoor neemt men menigmaal een
afwisselen der onAeischeidene aangedane organen onder
elkander waar. Worden chymoplanische Dermapostases
ia hare ontwikkeling verhinderd, zoo kunnen zij stofverplaatsingen
daarstellen, en dit is zoo - 1 te ee^dex
het geval, hoe minder de verandenng der huid ontwikkeld
en bewerktuigd is. , . n,
10. Even als alle Dyscrasiae oefenen ook de Chymoplaniae
, namelijk bij eenen längeren duur, deels door
1 verandering in de bloedmenging, deels door de stoornissen
in talrijke meer of min gewipige
ren invloed uit op het geheele gestel der zieken, op de
voeding en op den algemeenen toestand der krachten.
D kwi/s gaan'verschijnselen, die hier betrekk.ng op
hebben, het ontstaan der hiertoe behoorende huxdaandoeningen
vooraf, menigvuldiger echter volgen zy eerst,
nadat de Dermapostasis reeds eenen längeren of korteren
tiid had bestaan.
D e e l n e m i n g van het geheele Organismus.
De Chymoplaniae verloopen nu eens met dan zonder
koorts. Dit rigt zieh gedeekelijk naar de geste d -
heid der aangedane voorwerpen, gedeeltehjk naar de belangrijkheid
der verplaatste afscheiding voor het vaatstelsel,
gedeeltelijk naar de hevigheid van den te weeg
brennenden invloed, gedeeltelijk en hoofdzakehjk echter
naar de organen, in welke de plaatsvervangende uitscheiding
plaats heeft. Chymoplaniae, bij welke de veijlaat-
«ing alleen naar de huid geschiedt, verloopen in het
begin meestal zonder koorts; gaan de huidveranderingen
echter in verzwering over, zoo kunnen zij met Febr.
hectica gepaard gaan.
Y e r s p r e i d i n g , Mededeeling, Zamenstellmg.
Er is reeds aangemerkt, dat er chymoplanische Dermapostases
bestaan, die zieh over groote oppervlakten
en het geheele ligchaam uitbreiden, en wederom andere ,
die op bepaalde plaatsen beperkt blijven. De eerste
hebben soms bepaalde plaatsen, waar zij ontkiemen en,
van welke nitgaande, zij zieh vervolgens, nu eens naar
den zamenhang der deelen, dan weder sprongsgewijze
d
ii H