
Sh N
4 9 6 II. KL, ZEVENTIENDK FAMILIE. LEPROSES.
omgevendehuid; het gaan wordt , door den aanmerkelljken
last, weldra onmogelijk, en vele zieken zijn naauwelijks
in Staat zieh op te rigten. Even als bij de eerste varieteit
komen ook hier verhardingen -van klieren, zvveren en
dgl. voor, doch schijnen zeldzamer te zijn, terwijl de
ballen gevvoonlijk onveranderd en de geslachtsdrift norniaal
blijft. Somwijlen heeft men dezelve echter ook
vergroot en menigmaal atrophisch waargenomen. De
haargroei der teeldeelen wordt gewoonlijk dunner en gaat
somwijlen geheel te niet. De invloed op het geheele gestel
is niet aanmerkelijker, dan bij den vorigen ziektevorm,
Behalve deze beide varieteiten heeft men pachydermia
vulgaris ook aan de armen, de groote schaamlippen, de
borsten (welligt slechts Hypertrophia der borstklier),
van de huid van den buik enz. gezien, en in Nipal, in
de Oost-Indien , zoude eene misvorming der ooren (The
pendulous tumor of the ear Bramley) endemisch voorkomen,
welke haar na schijnt aanverwant te zijn. Zij
verloopt aan de armen der eerste en aan de vrouwelijke
geslachtsdeelen der tweede varieteit op dezelfde wijze, en
in andere ligchaamsdeelen is zij ZOG zelden, en kennen
wij haar nog zoo weinig, dat eene breedvoerige verhandeling
ovei-bodig, en naauwelijks mogelijk zoude zijn.
2. Soort. Pachydermia lactiflua.
De melk ontlastende knobbelziekte, .
S y n o n y m e n . Elephantiasis lactiflua. — Geen der
verschillende schrijvers over huidziekten gewaagt van
deze zeldzame aandoening, die, volgens mijn we t en,
slechts 4 maal is waargenomen.
V. GBSLÄCHT. PACHYDERMIA. 497
K e n me r k e n.
De nederzettingen hebben, behalve in het onder de
huid gelegene celweefsel en in dehuidzelve, ook naar
buiten plaats. Uitde blaasjes en tuberkels, die zieh in de
huid vormen, ontlast zieh van tijd tot tijd eene zeer naar
melk gelijkende vloeistof, gepaard gaande met verligting
der zieken en vermindering der zwelling. Deze wordt
daarom zelden zoo groot en hard als bij de eerste soort;
de invloed op het geheele gestel is echter, bij hetdikwijls
zeer aanmerkelijke verlies van vochten, doorgaans aanmerkelijker.
Men heeft ook deze soort eenmaal aan de onderste
ledematen, doch driemaal aan den balzak waargenomen.
1. Varieteit. Pachydermia lactißua cruris.*
De melk ontlastende knobbekiekte van liet Leen.
V e r s c h i j n s e l e n .
Ik zal slechts, als een uittreksel van Sigism. Grass.
(Eph. nat. cur. Dec. 1. a. IX et X. obs. 65.), de eenige
mij bekende waarneming dezer varieteit mededeelen.
Eene 49 jarige vrouw kreeg eene naar Erysipelas gelijkende
aandoening, welke eene, als het ware zuchtige
zwelling van het been terug liet, die in den aanvang
drie roodachtige verhevenheden droog, en zeer
hardnekkig was. Beweegde de zieke zieh over dag,
hetgeen met groote bezwaarnissen gepaard ging, zoo
ontlastte de bovenste knobbel, die het naastebij de liesstreek
gelegen was, des nachts, in denslaap, eene zoo
aanmerkelijke hoeveelheid eener melkachtige vloeistof,
dat de zieke daardoor ontwaakte, en het bed door en
door vochlig werd; de zwelling van het been slonk ver-
32
f ^