
-M
1 3 4 II. KL. TWAALFDE FAMILIE. CHYMOPLANIAE.
der pis veranderen en de werkdadigheid der piswerktuigen
uitputten en verminderen. Bij kinderen ziet
men haar veroorzaakt worden door ongezonde, zuurachtige
moedermeik, wanneer de zogende dyscrasische
kiemen bij zieh draagt of geene goede dieet houdt, door
spijzen, welke tot eene zure gisting geneigd zijn, door
siechte meelpap en dgl.; in den hoogen ouderdom komt
zij daarentegen voornamelijk bij zoodanige personen voor,
die veel scherpe, sterk gezoutene, gistende spijzen,
ZOO als kaas, siecht, gezouten vleesch , gezoutene visch
enz. gebruiken en zieh daarbij aan den brandewijn overgeven.
In beide leeftijden wordt de volkomene ontwikkeling
door onzuiverheid en door verwaarloozing der
noodige zorg voor de hiiid begunstigd. Zij is bij den
geringen stand ongehjk menigvuldiger dan bij den hoogeren.
De symptomat ische Uroplania daarentegen voegt
zieh bij velerlei ziekten der piswerktuigen en der
hun nabij gelegene Organen, die de afscheiding of
vrije uitscheiding der pis belemmeren. Zij komt naar
verhouding zeldzamer voor bij aandoeningen der nieren
die op de afscheiding betrekking hebben, dan bij aandoeningen
der pisleiders, der blaas, der voorstanderklier
enz., die de uitscheiding beletten, en men neemt
haar bij, volgens hunnen aard, zeer verschillende toestanden
dezer Organen waar, zooals bij Nephritis en
Cystitis, bij Lithiasis, in vereeniging met Cystodynie
en Cystoparalysis, bij Scirrhus prostatae enz. Bij vele
personen, die aan zoodanige ziekten lijden, ontstaat zij
zeer vroegtijdig, bij andere laat en bij vele in het geheel
niet. Even als de aandoeningen, met welke zij zieh
vei'bindt, wordt zij ook in den mannelijken leeftijd en
in den hoogeren stand waargenomen, doch is, even als
de idiopathische Uroplania en alle ziekten der piswerktuigen,
menigvnldiger bij mannen dan bij vrouven.
XVVEEDE VERWANTSCHAP.
UROPLANIAE. 135
R e l o o p , Duur , U i t g a n g.
L ^-ophnische nederzettingen in de hu:d verloopeu
, 1 • tenzii benevens d meestal cW. s c h t en- ^ ezelve meer gewdig,-,
ti<ye Organen zun aangeaaan, m wc vr i,
¿ dlwijls een zeer acuut beloop kan aannemen. _ Noch
de Z 2 verandering der huid, noch de zxekte m haar
i h e l h e e f t eenen bepaalden duur. De uxtgangen z«n :
i n volkomene genezing. De p.safsche.d.ng
wo dt normaal, de huid en andere plaatsvervangende
r i n e n worden van de in haar nedergezette sto fíen, nu
eis door opslurping, dan weder door uitscheulmg on -
as° en de bij haar voorkomende verandermgen verdwy-
: ;'bij de onderscheidene ziektevormen ook op eene
" r s c h llende wijze. Het verdwijnen van den uUslag op
de buid is voor het overige menigmaal geene wäre geneniet
zelden komt de verdwenen u.tslag körten
of la'ngen tijd daarna, weder op nieuw te voorschxjn en
d i k w ¿ duurt het ziekteproces, hoewel ook .n de hu d
o p g e W n , evenwel in andere Organen voort. Ook zelfs
v i volkomene genezing zijn herhahngen nog memg-
''''2^'lngedeeltelijke genezing. Het is reeds aangemerkt,
dat de meeste hiertoe behoorende Dermapostases
in verzwering eindigen, in welk geval zy dikwyls zeer
misvormende likteekens achterlaten
3. In a n d e r e z i e k t e n. 0ver de neiging tot verplaatsing
der üroplaniae van de huid naar mwendige
Lganen werd reeds gesproken. Bij kxnderen gesch>edt
deze verplaatsing het menigvuldigst naar de hersenen
en hetruggemerg, en de zieken sterven alsdan onder de
verschijnselen van Hydrocephalus of van Eclampsie. By
grijsaards heeft zij menigvuldiger plaats naar àehovsf,
er ontstaan Asthma urinosum, Hydrothorax Bronchitis
doch zoodanige zieken sterven soniwijlen ook aan
Typhus urinosus, aan de zoogenaamde Apoplexia serosa
en dgl. Nogtans kan Uroplania, even als andere üyscraü\