
696 II. KL. TWINTIGSTE FAMILIE. CARCINOSAS.
weefsel, maar de kankeraardige stof zet zieh , zooals het
schijnt, in de tusschenruimten der vaten neder, welke,
door los celweefsel verbonden, het weefsel van de, voor
oprigting vatbare gezwellen enz. uitmaken, vormt daar
hare cellen, en laat aldaar woekerende uitwassen ontspruiten.
Even als bij andere Carcinoses, vindt men
cok bij Splenoma niet zelden soortgelijke vormingen, als
in de huid , in de meest Terschillende organen.
B e h a n d e l i n g .
Eene vroegtijdige uitsnijding van al het ziekelijke stelt
hier een beter vooruitzigt op goed gevolgdaar, dan bij het
mergsponsgezwel en mag alzoo niet verzuimd worden.
Telangiectasiae en dgl. moet men dadelijk verwijderen,
zoodra men slechts twijfelt, dat zij in bloedsponsgezwel
zouden kunnen ontaarden. De tegen de Dyscrasie gerigte
nabehandeling moet verschillen naar gelang der
verscheidenheid der aanwezige Dyscrasie. Waar Haemorrhois
hareninvloed uitoefent, zoude ik, behalve zwavel,
Aloe en dgl., het in- en uitwendig gebruik van het
Salpeterzuur durven aanbevelen. Wanneer echter de
uitroeijing van Splenoma niet mogelijk of, op dezelfde
wijzeals bij andere Carcinoses, reeds tegenaangewezen is, .
dan kan men, bij de andere aanwijzingen tot eene verzachtende
behandeling, bij dezen ziektevorm, nog de
opgave voegen, om de uitputtende bloedingen door
koude, Styptica, het gloeijend ijzer enz. te stillen en,
door opwekkende middelen en eene hieraan beantwoordende
dieet, da krachten der zieken te ondersteunen»
IV. GESLACHT. CARCINELCOSIS.
IV, Geslacht. Carcinelcosü.
De Kankerzweer.
S y n o n y m e n . Ulcera cancrosa, carcinomatosa cutis.
— Cancer apertus ; Carcinoma ; Noli me tangere. —
Die Krebsgeschwüre. — de open huidkanker.
K e n m e r k e n .
Door het kankeraardige ziekteproces verwekte of onderhouden
wordende zweren, met harde, eeltachtige
randen, ongelijke, wankleurige grondvlakte en afscheiding
eener dünne, scherpe, eigenaardig stinkende, etterachtige
stof, welke voorts ligtelijk bloeden, dikwerf
met sponsachtige, later tot ontbinding overgaande woekeringen
worden bedekt, van hevige, borende, stekende
pijnen vergezeld gaan, alledeelen, zonder onderscheid
van weefsel, verstoren en zieh, in alle rigtingen, spoedig
en verwoestend uitbreiden. Zij ontstaan nu eens uit
kankeraardige gezwellen der huid (Scirrhoma, Encephaloma
en Splenoma), dan weder zonder deze, en roepen
ook in het laatste geval, wanneer zij niet reeds als verschijnselen
van algemeenen kanker ontstaan, met den tijd
de kankeraardige Dyscrasie van het geheele ligchaam te
voorschijn.
Ver de e l i ng.
Men neemt, naar gelang de kankerzweren met of zonder
sponsachtige uitwassen verloopen, twee soorten waar.