A
580 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSTASES.
8. Eene bepaalde opvolgende reeks, in welke de deelen
worden aangedaan, neemt men doorgaans niet waar 5
nogtans worden in de meeste gevallen de slijmvliezen, de
uitwendige huid en de klieren vöör de beenderen en andere
Organen aangedaan.
9. De uitwendige huid, welke ons hier het meeste bezig
houdt , wordt, zooals gezegd is, siechts zelden door
primaire, des te menigvuldiger door secundaire Syphilis
aangedaan en in geene andere Organen doet de Lues zieh
in ZOO velerlei gedaanten voor , als in de uitwendige bekleedselen.
Hoe talrijk echter ook de vormen der syphilitische
Dermapostases zijn, zoo stemmen zij toch in vele
en eigenaardige punten reeds uitwendig overeen, zoodat
hunne erkenning ligter is, dan die der meeste andere
Dei'mapostases. De hoofdzakelijkste kenmei'ken derzelve
zijn:
a. Zij hebben alle eene eigenaardige, gemengde koperroode
kleur, welke hun, in alle tijdperken van hun
beloop bijblijft en zelfs nog aan de likteekens merkbaar
is.
b. Zij leggen, hoewel zij ook op verschillende plaatsen
der huid kunnen Yoorkomen en zieh niet zelden over het
geheele ligchaam uitbreiden , nogtans eene zekei-e vooringenomenheid
voor zekere deelen aan den dag. Het
aangezigt, voornamelijk het voorhoofd en de neusvleugels,
het behaarde gedeelde des hoofds, deschouders en
de rüg zijn hunne lievelings- en meestal hunne ontkiemingsplaatsen.
c. Zij wortelen voor het grootste gedeelte op de afscheidingsoppervlakte
der lederhuid, terwijl hare diepere
lagen en het onderhuidscelweefsel, alsook de opperhuid,
eerst secundair worden veranderd; nogtans zijn er enkele
soorten, welke hierop eene uitzondering maken.
d. In de lederhuid beginnen zij altijd met vlekken,
welke alle tinten van het koperrood vertoonen, doch op
welke zieh, in de meeste gevallen, exautheraatische
NEGENTIENDE FAMILIE. SYPHILIDES. 581
vruchten verheffen. Geene andere Dyscrasie is, in dit
opzigt, ZOO veelvormig, als de venusziekte, en er bestaan
syphilitische soorten van uitslag met knopjes, blaasjes ,
puisten, tuberkels en sponsachtige verhevenheden. Bij
hetzelfde voorwerp kunnen verschillende dezer ziektevormen
nevens elkander voorkomen.
e. Bij alle deze veranderingen legt zieh eene bepaalde
neiging tot eene ronde gedaante aan den dag, zoowel in
de gedaante der pericarpia, die dikwijls aan verscheidene
vruchten tot eenen gemeenschappelijken grondslag dienen
, als in de plaatsing der enkele vruchten en groepen
tot elkander. Waar zij geene volkomene kringen of ringen
daarstellen, rangschikken zij zieh ten minste bij gedeelten
en slangsgewijze.
f. Deze soorten van uitslag verspreiden eenen eigenaardigen,
walgelijken, zoetachtigen reuk, welke echter
niet alleen uit de huid veranderingen, den inhoud der
vruchten enz. zijnen oorsprong schijnt te nemen, maar
waarschijnlijk ook door de tusschen deze gelegene plaatsen
wordt uitgewasemd. Dikwijls vertoont zieh de huid
alhier aardkleurig, vuilachtig en als met olie bestreken.
g. Even als alle Dermapostases, zoo hebben ook bij de
venerische, noch de enkele vruchten, noch de geheele
uitbotting eenen bepaalden duur.
h. De minder ontwikkelde, syphilitische soorten van
uitslag, voornamelijk de vlekken,brengen gaarneschubben
voort, welke zieh door groote broosheid en eene
doiFe, vuilachtig witte, somwijlen grijze of bruinachtige
kleur onderscheiden. Dikwijls hebben deze schubben
eene zoodanige ligging, dat zij eene zoom vor mige, witte
lijn (de Lisière blanche der Franschen) cm het koperkleurige
pericarpium beschrijven.
i. De sterker ontwikkelde Syphilides der huid, voornamelijk
de puist- en knobbelachtige soorten, vormen
korsten, welke dik, woekerend, hard, hoornachtig en
donker gekleurd ziju, vast met de huid aaneenhangen,
H > i^i