
566 II. KL. ACHTTIENDE FAMILIE. THTMIOSES.
niet opgezwollen, doch ontlast onophoudelijk dit vocht.
Het tweede tijdperk kan 3 tot 8 maanden duren. In hetzelve
vormt zieh, op de ontveide plaats, eene gele korst,
die zieh, door inwendige uitzetting, meer en meer verheft
en weldra het aanzien eener wanvormige wrat aanneemt,
die wel een daim hoog en breed kan worden,
geene hladeraehtige vorming aantoont, van binnen digt, op
de oppervlakte droog en glad is, en eenen klomp schrijnwerkers
lijm gelijkt. De uitzweeting van lijmpha op de
grondvlakte neemt een einde, zoodra de Cuehipe, welke
zieh te gelijk op vele plaatsen herhaalt, en de grootte
eener okkernoot bereikt, zieh volkomen ontwikkeld heeft.
De minste aanraking dezer hatelijke uitwassen veroorzaakt
eene bloeding. Zij verdwijnen door langzaam, in groote
stukken, af te valleu; de plaats der huid wordt bij de
kinderen der Indianen, witachtig, bij die der blanken ,
blaauw, is glänzend, met eene dunne opperhuid bekleed,
zeer gevoelig, doch vertoont geen likteeken, dewiji de
Cuchipes nimmer het celweefsel verstoren, en verkrijgt
eerst, na verseheidene jaren, hare natuurlijke kleur terug.
Afvallen en hernieuwing duren langen tijd voort, en de
duur der ziekte veroorzaakt vermageringen van eenen
doodelijken aard, doch kenmerkt zieh voornamelijk door
eenen zeer onnatuurlijken eetlust, inzonderheid door neiging
tot aardeten. Er blijven dikwijls nakomende ziekten
terug en men kan aannemen, dat een kind, hetwelk door
de aandoening lang is bezocht geworden, voor den aanvang
der huwbaarheid, zijne gezondheid niet geheel zaî
terug verkrijgen.
V o o r k o m e n en Oorzaken.
De eer s t e soort komt niet, zooals men vroeger
geloofde, uitsluitend in de stad Aleppo en in hare naaste
omstreken, onder het gebied derrivieren Séjour en Coick
voor, maar, hoewel zeldzamer, ook nog in andere streken
van Syrie, in Bagdad, Bassorah, Jaffa en Damaskus,
ja zeifs in Cjprus en in Perzië, te Ispahan en
III. GESLACHT. PYROPULrCflS. 567
Teheran. Het veelvuldigste nogtans is zij voorzeker te
Aleppo, alwaar zij, zooals men zegt, elken inboorling,
eenmaal in het leven, moet overvallen en alwaar niet zelden
kinderen van eenige maanden of jaren worden aangedaan.
VreemdeHngen, welke ook hun ouderdom,
hun geslacht of stand zijn möge, verwijlen doorgaans
slechts weinige maanden zonder door haar aangedaan te
worden, en men heeft haar zelfs bij personen waargenoraen,
die slechts eenige dagen te Aleppo geweest, en sedert
eenen geruimen tijd weder vertrokken waren. Zelfs
honden en katten krijgen dit gebrek en bij hen verschijnt
het gewoonlijk op den neus. Veel zeldzamer is de ziekte
op andere plaatsen en men wil aldaar hebben waargenomen,
dat vrouwen eene grootere voorbeschiktheid tot
haar hadden, dan mannen; zij doet, voor het overige,
ook daar vreemdelingen aan, en dit was het geval in Cyprus,
met eenen leerling van Alibert. Eene der grootste
zeldzaamheden is het, de Aleppobuil tweemaal in het
leven bij denzelfden persoon te zien. Welke de aanleidende
oorzaken van het gebrek zouden kunnen zijn, is
nog niet bekend. Te Aleppo beschuldigt men, wel is
waar, in het algemeen, het water van de rivieren Sejour
en Coiek, hetwelk de tuinenbesproeit, de opentlijke fonteinen
en baden onderhoudt en, als drinkwater, laauw
en zoetachtig zou smaken; doch de daadzaak, dat ook
Europeanen, welke dit water niet drinken, worden aangedaan,
en het voorkomen der aandoening in andere oorden,
die hetzelfde water niet hebben, doet hetgeloofaan
deze oorzaak tamelijk wankelen. In Perzie houdt men,
volgens Griiiiths, de aandoening voor besmettelijk ; talrijke
proeven van inentingen echter, welke men, in
Aleppo, in het werk Steide, met het doel, het gezigt der
vrouwen te bewaren, mislukten.
De tweede soort zag Poeppig in de vlakte Maynas,
alwaar zij de grootste geesel der kinderen en vrouwen,
doch ZOO beperkt ia hare uitbreiding is, dat men haai-,
H