
hf
H
r
IV
n
II. KL. XIX. FAM. SYPHILIDES. XII. GESL. SYPHILELCOSIS.
handeliug, tot genezing, voldoende. Wanneer de zieken
zieh echter aaa deze maatregden niet kunnen of willen
onderwerpen , ishetbeter, hun geen kvvikzilver, of
sJechts Vau tijd tot tijd eenige af.oerende giften Calomel
toe te dienen, dan eene inwerkende behandeling met
kwikzilver te laten aanwenden, die, zonder eene gepaste
verhouding, slechts schaden en even zoo min, als de behandeling
zonder kwikzilver, grondige genezing kan
aanbrengen. Plaatselijk worden de zweren yolgens hären
aard behandeld. Wordt men vroegtijdiggeroepen, en is
de verzwering klein en eenvoudig, zoo wendt men de op
bladz. 620. IL D. opgenoemde bijtmiddelen aan, welke
men zoo dikwerf herhaalt, tot er zieh eene goedaardige
vorming yan vleeschheuveltjes vertoont. Heeft de zweer
echter reeds langer bestaan, is zij uitgebreider, zijn hare
randen zeer hard, opgezwollen, eeltachtig, zoo make
men verweekende omslagen, en, bij een meer ontstekingachtig
karakter, kunnen zelfs bioedzuigers nood\^
worden. Braagt daarentegen Syphilelcosis het torpide
phagadaenische karakter, bestaan er sporen van ontbindmg,
versterving, zoo moeten de zuren, omslagen met
kina en wijn en soortgelijke middelen aangewend worden.
Eerst wanneer de verzwering tot het erethische karakter
Sebragt, mag men de opdroogende en zachte
bijtmiddelen, de loodverbindingen. Aqua phagadaenica
en nigra, eene oplossing van Lapis infernalis en dgl ook
in zulke belangrijke gevallen, beproeven. Uitwassen
die uit de zweren te voorschljn komen, vereischen de
boven vermelde plaatselijke middelen.
De tweede soort vordert steeds eene inwerkende behandelmg
met kwikzilver, de pillen van Dzondi, Jodiir
hydrarg., de dampkuur en dgl. of, wanneer het kwikzilver
tegenaangewezen is, het Decoct. Zittmanni, Hob de
Laffecteur enz. Daarbij moet echter eene overeenkomst.
ge plaatselijke behandeling, als bij de eerstcsoort plaats
gi-ijpen. ^
T'iointigslB Familie. Cai'cinoms.
Kanlvcrsoortcn.
Iloeveel er ook ten allen tijde over den kanker en de
hem aanverwante ziektevormen geschreven werdj hoe
vele belangrijke verhaiidelin gen er ook over deze aandoening
het licht zagen , en hoezeer zieh onze ontleedkundige
kennis over vele soorten van kanker, in den laatsten
tijd ook möge uitgebreid hebben, zoo is er niettemin
naauwelijks een ander ziekteproces, over welks inwendige,
wezenlijke natuur, over welks wijze van ontstaau
als plaatselijke en algemeene aandoening, over welks verhouding
tot andere Dyscrasiae enz., wij meer in onzekerheid
verkeeren, en waarvan de erkenning, voorzegging
en geneeswijze in de praktijk aan grootere zwarigheden is
onderworpen. Wat hier van dit ziekteproces in het algemeen
gezegd is, kan nog in hoogere mate op zijno
verschijnselen op de huid worden toegepast, en de Carcinoses,
voor zoo verre zij de huid aandoen, zijn zelfs
ontleedkundig nog niet zoo naauwkeurig onderzocht, als
de kanker der klieren, der slijm- en weivliezen enz. Ik
durf derhalve op toegevenheid rekenen, zoo de volgendo
proeve, tot daarstelling van algemeene kenmerken over
het ziekteproces van den kanker, met betrekking tot de
uitwendige beklecdseleu, overvloedig aan gebreken c»