
158 11. KL. XVViALFDE FAMILIE. CIirMOPLANIAE.
van Stokes (Med. and physic, journal. Vol. 19), zeli's
Llindheid, doofLeid enz., door verstoring der aangedaue
Organen terng.
3. In a n d e r e ziekten. Even als bij Cnesmus
ontstaan er ook bij Paedophlysis niet zelden uroplanisclie
loevallen in velerlei inwendige organen. Behalve de
reeds vermelde Aplithae, die in zoodanige gevallen ware
Uroplauiae naar de slijrnvliezen zijn, hebben er weiaardige
uilstortingen in de 3 holligbeden, stiiipen, oogziekten
en dgl. meer plaats. Nog zekerder en menigvuldiger
ontstaan er zoodanige stoornissen, wanneer
de Paedopblysis in bare ontwikkeling gestuit, door verkoudheid
, opdroogende middelen en dgl, wordt onderdrukt.
Alle de soorten vormen gaarne Metastases, die gewoonlijk
naar bet centraal-zenuwstelsel, zeldzamer naar
de weivliezen van de borst en den buik geschieden. Ik
heb verscheidene voorbeelden van dezen gewigtigen uitgang
gezien.
4. In den dood. Deze kan op verschillende wijzen
volgen. Bij alle soorten kunnen de nroplanische
aandoeningen van inwendige organen, die benevens de
huid of door Metastasis worden aangedaan, een doodelijk
einde nenien, en niet zelden sterveri de kinderen,
bij eenen langen duur der ziekte, aan Atrophia. Bij
paedophlysis escharotica wordt de dood ook menigmaal
te Weeg gebragt door de versterving en rotkoorts of door
de verzwering en uitteringskoorts.
V o o r z egging.
Deze is over het algemeen twijfelachtig en bij de derde
soort zeer ongunstig. Zij wordt bovendien bepaald door
de mogelijkheid om aan de opgave voor de oorzaken te
voldoen, den ouderdom en den toestand der krachten
van de kinderen, de nitgebreidheid en den duur der
aandoening, het lijden van inwendige organen enz.
L ij k o p e n i n g.
JBij alle de ziektevormen verheOfen zieh de blazen bo~
IV. GESLACHX. PAEDOPHLYSIS. 159
ven de afscheidingsoppervlakte der lederhuid ; bij
paedophlysis escharotica echter werkt de in haar bevatte
vloeistof, gewoonlijk reeds voor zij barsten, in de
zelfstandigheid der lederhuid in. Inwendig vonden
Lobstein, Osiander en Krauss bij aangeborene Paedophlysis,
behalve de veranderingen in de nieren (vergrooting,
verharding en vergroeijing, voornamelijk der
bijnieren), de pisblaas klein en leeg, de lever groot,
het slijmvlies der darraen met roode vlekken bezet, in
de buikholte, in de zakken van het borstvlies en in het
hartezakje een geel of roodachtig water uitgestort, en in
één geval (Osiander), ook het ondar de huid gelegene celweefsel
met eene dusdanige vloeistof doormengd. Van
2 kinderen, die ik aan verkregene Paedophlysis zag
sterven, vond men bij het eene, hetwelk aan Metastasis
te gronde ging , bleeke en weeke nieren en in de hersenen
een geelachtig, rood, als lakmoespapier gekleurd
exsudaat; bij het andere echter, hetwelk den dag
der behandeling onder stuipen stierf, toen de zweren
der paedophlysis escharotica reeds begonnen te genezen,
geene merkbare verandering in inwendige Organen,
wel echter vermagering tot in eenen zeer hevigen
graad.
B e h a n d e l i n g .
Behalve de behandeling, die üroplania infantum over
het algemeen vereischt, moet bij Paedophlysis, ten einde
de hevige pijn te matigen en de stoornissen, die bij de
laatste soort voorkomen, tebeperken, ook eene uitwendige,
plaatselijke behandeling in het werk gesteld worden;
doch alle soorten van zalven en voornamelijk alle
opdroogende middelen moet men, wegens het gevaar
voor stofverplaatsing, vermijden. Zoo lang de blazen
nog bestaan, kan men welligt het hevige branden verminderen
en het verdroogen der laagsgewijze korsten bevorderen
door het bestrijken derzelve met melk, Ol. amygd.
dulc., met eene Emuls. amygd. amar, en dgl. Zijn zij echf
f
C