
410 TWEBDE KLASSE. DERMAPOSTASES.
in eene etteraclitige stof. In kliex-achtige, parenchymateuse
Organen echter zet de lepreuse zelfstandigheid
zieh in de gedaante van tuberkels neder, die, zonder
twijfel, van de klierziekige wezentlijk verschiHen, doch
Over welker gesteldheid wij niets zekers weten 5 Alibert
en Ruette willen de beenderen sponsachtig, week en
zonder merg bevonden hebben.
12. Volgens de eenparige getuigenissen van alle schi'ijvers
der middeleeuwen zijn, ten minsle bij eene meer
gevorderde ziektej, de normale uitgescheidene Stoffen der
lijders aan melaatschheid ziekelijk veranderd; het zweet
zoude olie-, vetachtig, de pis roodachtig, wit, aschkleurig,
dun en stinkend zijn, en deze teekenen hield
men vroeger voor zoo zeker, dat men, bij het onderzoek
der lijders aan melaatschheid , eenige proeven met de
pis in het werk Steide. In den nieuweren tijd heeft men
de gesteldheid der afscheidingen minder in aanmerking
genomen, doch men wil, over het aigemeen , de waarnemingen
der Ouden niet bevestigd bevonden hebben. Ik
zag in vele gevallen eene troebele, donkere, in andere
eene klare, heldere pis enz.
13. Eene afwisseling tasschen de lepreuse uitscheidingen
op de uitwendige huid en die in inwendige Organen,
bestaat over het aigemeen niet en zij houden
doorgaans eenen gelijken tred. Daarentegen neemt meestal
het boven vermelde, zoo eigenaardige lijden der zenuwen
in dien graad af, in welken zieh de melaatschheid
in uitwendige organen ontwikkelt, en neemt toe, wanneer
deze vermindei-en of verdwijnen, zooals dit reeds
vroeger is aangetoond.
H . Even als andere Djscrasiae, werkt ook de lepreuse,
bij eenen langen duur , nadeelig op de voeding,
en brengt vermagering, verlies van krachten, Marasmus,
Hydrops enz. te weeg.
D e e l n e m i n g van het geheel e Organismus.
Het is reeds vermeld, dat somwijlen de uitstootingen
ZEVENTIENDE FAMILIE. LEPROSES. 411
van het lepreuse ziekteproces, voornamelijk wanneer zij
met telkens vernieuwde aanvallen plaats hebben, van
koorts vergezeld gaan, welke meestal het erethische karakter
draagt en dikwijls met Gastricismus zamengesteld
i s , doch zelden lang aanhoudt. Bij vele ziektevormen
on'tbreekt deze deelneming van het geheele vaatstelsel.
Febr. hectica voegt zieh doorgaans slechts laat bij de
melaatschheid , dewijl zij minder tot verzwering geneigd
is, dan vele andere Dyscrasiae; vertoont zij zieh echter,
dan wordt zij gaarne torpide.
V e r s p r e i d i n g , mededeeling, zamenstelling.
Het eerst aangedane orgaan bij alle volkomen ontwikkelde
Leproses is de huid, en op eene plaats van dit
orgaan, gewoonlijk in het aangezigt of aan de ledematen
beginnende , verspreiden zij zieh over eene grootere of
geringere uitgebreidheid der uitwendige bekleedselen,
meestal, in hare hoogste ontwikkeling, over het geheele
ligchaam. Dit is nogtans niet bij alle soorten in denzelfäen
graad het geval, en niet altijd volgt de verspreiding
naar den zamenhang. Volkomen ontwikkelde soorten
van melaatschheid beperken hare verwoestingen, wanneer
de kunst en het leven haar daartoe den tijd laten,
niet tot de uitwendige huid, maar gaan op andere Organen,
de slijmvliezen, de beenderen enz. over. Ook
deze mededeeling verschilt bij de onderscheidene Geslachten
en soorten. Anders is het gelegen bij de minder
volkomen ontwikkelde, onvolledige ziektevormen, die
voorzeker als plaatselijke Leproses kunnen worden aan-
-emerkt, als overblijfsels van de op eenige plaats afgestorvene,
volkomene melaatschheid, of nevens deze
voorkomen, en welke ik Leproides noem. Bij haar
wordt slechts een orgaan, dikwijls, doch met altijd, de
huid, somwijlen ook een slijmvlies, het haar enz. aangedaan
; zij verspreiden zieh meestal over eene geringere
uitgebreidheid, niet over de geheele huid, en mededeeling
heeft bij haar zelden plaats, tenzij zij in hare uit-
H
M
y