
M S
5 3 4 II. KL. ACHTTIENDE FAmiLIE. TiirMIOSES.
luchtstreken, in gevallen, bij welke reeds de beenderen
lijden, bij zamenstellingeri met andere Dyscrasiae enz.
betoonen zij dikwijls niet het gelioopte iiut, en is ook de
geneeskracht der natuur te zwak om alleeti het gebrek
te Overwinnen. In dit geval is eene inwerkende behandeling
noodzakelijk, welke, even als bij andere Dyscrasiae,
het plantaardige leven in zijne wortelen oinstemmen
en tegen de parasitische ziekte onmiddellijk,
eigenaardig, werken kan. Gewoonlijk heeft men, in zoodanige
gevallen, door de gelijkvormigheid met de Syphilis
verleid, het kwikzilver, na eens inwendig, dan weder
uitwendig aangewend, doch zijue uitkomsten zijn bij de
meeste soorten, zoo als wij bij hare afzonderlijke beschi'ijying
zullen zien, zeer twijfelachtig, en het schijnt bijna,
als of de onthoudingskuur, in vereeniging met middelen,
welke de afscheidingen opwekken, ook in ver gevorderde
gevallen, boven het gebruik van het kwikzilver te verkiezen
zij. Men kan, voor het overige, ook niet overal van
hetzelve gebruik maken, daar vele soorten, b. v. Scarlievo
en Frambroesia, het niet schynen te kunnen verdragen,
en overal moet, bij de afnemende krachten, bij de vergezellende
uitteringskoorts, een versterkende leefregel gevolgd
worden. Uoedanig de werkiog van het Aurum natro
muriaticum, Ai-gent. nitric., Jodium, Anthracokali en
soortgelijke middelen tegen de Thymioses is, moeteneerst
nadere proeven leeren.
Van de middelen, welke txitwendig kunnen worden
aangewend en van andere symptomatische aanwijzingen,
zal bij de enkele Geslachten gesproken vi^orden; de uitgangen
in Hyd rops, Marasmus en dgl. vorderen daaren—
tegen dezelfde geneeswijze als bij andere Dyscrasiae.
V e r d e e l i n g .
Ik verdeel de boven behandelde vormen der Thymioses
in drie Geslachten, van welke de eerste, Framboesia
, de oude, oorspronkelijk tusschen de keerkringen
voorkomende vorm, de Pians en Yaws, de tweede Rade-
I. GESLACHT. FRAMBOESIA. 535
SYge (kustziekte), de eerst in den nieuweren tijd ontstane,
in hoogere streken te h u i s behoorende Thymioses,
en de derde Pyrophlyclis, twee soorten bevat, die
insgelijks in de heete luchtstreken voorkomen en welligt
met de Pians te zamenhangen , doch niet, even als deze,
de geheele huid en dikwijls ook slijmvliezen en beenderen
, maar siechts enkele plaatsen der huid aandoen. Aan
het laatste Geslacht mögen ook de ütlfii«, Ficus en Mori
van den vroegeren tijd, zijn aanverwant geweest; zij körnen
echter tegenwoordig niet meer als zelfstandige ziekten
voor.
/ . Geilach/, Framboesia. *
De Guineapokken.
S ynonymen. Safath; Schir-Benadsch Arab. —
Lepra fungifera der Cartheuzers. — Thymiosis Swediaur.
— Mycosis framboise Alib. — Die Beerschwämme
von Guinea; die Pocken von Amboina (Bontius); die
Erdbeerpocken. — Taw in Africa. — Pian; Epian in
Amerika. — Les Pians, — Yaws. — Momba in Angola —
As boubas in Bi-azilie.
De meening van Sprengel, dat Pians en Yaws verschillende
ziekten zouden zijn, werd, door nieuwere waarnemingen,
niet bevestigd. De Engeischen hebben ons, als
Yaws, over het algemeen slechts vroegere tgdperken en
ligtere gevallen beschreven, dan de Franschen onder de
benaming van Pian. Eene der beste beschrijvingen der
ziekte, die ik hoofdzakelijk volg, is die, welke de Portugees
Gomes, in den Vierden Band der Memorias da Academ.
de Lisboa geleverd heeft.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XVII. 1. 1». 2. 2a.
3