
590 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSTASES.
geerfde Syphilis daarentegen vertoont zieh in de raeeste
gevallen onmiddellijk na de geboorte, als eene geheel ontwikkelde
Dyscrasie, met syphilitische zweren in dekeelholte,
uitslag over het geheeie ligchaam en dgl.; men ziet
haar bij de kinderen van vrouwen, welke, omstreeks
den tijd der verlossing geen spoor van venerische aandoening
der teeldeelen meer dragen. Wordt echter een
kind, ZOO als dit, bij wijze van uitzondering voorkomt,
hetwelk reeds bij deszelfs voortbrenging, de kiem der
venusziekte is ingeplant geworden, zonder syphilitische
verschijnselen geboren, zoo sluimert de Dyscrasie doorgaans
tot den tijd der huwbaarheid voort en breekt eerst
dan, zonder dat er plaatselijke toevallen voorafgaan,
tevens als secandaire, meestal zeer kwaadaardige Lues
uit. De veranderingen der huid zijn vrij standvastig
vergezellers der overgeerfde venusziekte, hetzij deze
reeds bij de geboorte aanwezig zijn, of eerst omstreeks
den tijd der huwbaarheid verschijnen.
Ook is het nog opmerkenswaardig, dat de Syphilis
niet, even als vele Thymioses, wanneer zij eenmaal besmet
heeft, de vatbaai'heid voor besinetting verzwakt
ofopheit, maar dat in tegendeel voorwerpen, die eenmaal
venerisch waren, ligter dan andere worden aangedaan.
Voorkomen en algemeene verbreiding.
De venerische ziekte heeft zieh, sedert haar ontstaan,
steeds door besmetting uitgebreid, en er bestaat bijna
geen bewoonbaar punt der aarde, toi hetwelk zij niet
doorgedrongen is. In groote Steden is zij menigvuldiger,
dan op het platte land, doch ook hier is zij niet
ongewoon. Wanneer op eene plaats, door welke verhoudingen
ook, de smetstof aan vele personen te gelijk
wordt medegedeeld, kan zij schijnbaar epidemisch
worden, en alsdan ziet men haar buitengewoon snel en
kwaadaardig verloopen en eene zekere overeenkomst met
de syphilis der lö"^® eeuw aannemen. Dit was het geval
NEGENTIENDE FAMILIE. SYPHILIDES. 591
h. V. in het jaar 1578, in Brünn, alwaar door het
koppen in de opentlijke badinrigtingen, meer dan 180
menschen werden besmet; in het jaar 1727 in Sancta
Euphemia en in 1737 in Hongarije, alwaar de ziekte
door vroedvrouwen verspi^eid werd; in 1752 inNérac;
in 1786 in Falcado enz. Ten onregte heeft men deze
Epidemien als gelijkvormig metdePians, het Scarlievo
enz. aangemei'kt, want hare wijze van ontstaan, de altijd
aanwezige plaatselijke toevallen, haar beloop en het gevolg
der aangewende middelen kenmerken haar als wäre
Syphilis. Wezentlijk e n d e m i s c h daarentegen is de Syphilis
nergens, niettegenstaande zij op vele plaatsen veel
kwaadaardiger schijnt te verloopen dan op andere en,
zooals reeds aangemerkt werd, in heete luchtstreken meer
de slijmvliezen, in gematigde de uitwendige huid en in
koude plaatsen de beenderen worden aangedaan. In
warme landen is zij , over het algemeen zachtaa^diger dan
in koude; nogtans heeft zij onder de bewoners van de
eilanden der Zuidzee en andere onbeschaafde volken der
keerkringen groote verwoestingen aangerigt, toen zij hun
het eerst door de Europeanen werd medegedeeld.
B e l o o p , Duur, Uitgang.
De Syphilis van onzen tijd is eene chronische ziekte,
en hoewel ook hare ontkiemingsverschijnselen, voornamelijk
de druiper, somwijlen acuut verloopen, en het
lijden als het wäre, voor zijne volkomene ontwikkeling,
wordt gesmoord, zoo duurt de eenmaal geheel gevormde
Dyscrasie nogtans steeds maanden en niet zelden verscheidene
jaren lang. Zij maakt in haar beloop velerlei
afwijkingen, doet zieh nu eens sterker, dan weder zwak—
ker, nu eens meer in dit, dan weder in dat orgaan voor,
en men ziet bij haar menigvuldiger dan bij de andere
Dyscrasiae, voornamelijk wanneer zij onder behandeling
was, alle toevallen verdwijnen, het gebrek eenen geruimen
tijd, ja jaren lang achterwege blijven en alsdan
plotselings, met yernieuwde hevigheid weder uitbreken.
V'iä
'lys