
fe
ai
6 0 4 II. KL. ZEVENTIENDE FAMILIE. LEPROSiES.
gemeen niet zeer gevaarlijk; hare Iweede soort is gewigtigei'
dan de eerste. -
L i j k o p e n i n g .
Alleen pachydermia vulgaris is ontleedkundig onderzocht
geworden. Men vindt bij haar de opperhuid verdikt,
met kloven bezet, korstachtig, de lederhuid hypertrophisch
, dikwijis 4, 6 en meer lijnen dik en niet
zelden met tuherkels hezet, het onderhuidscelweefsel
hard, en, nu eens gelijkmatig, dan weder knobbelsgewijze,
met eene gelei- of spekachtige zelfstandigheid gevuld.
De nabij gelegene klieren zijn menigmaal opgezwollen
of verhard, de watervaten verwijd , opgevuld
met een plastisch exsudaat en de aders verstopt. De
Spieren zag men gewoonlijk wankleurig, vetachtig, dun
en week, en nu en dan zouden de beenderen , even als
bij Elephantiasis, buitengewoon broos geweest zijn. Bij
pachydermia vulg. scroti waren de ballen somwijlen volkomen
gezond, somwijlen echter ook merkbaar geslonken
of, tot de grootte van een ganzenei uitgezet.
B e h a n d e l i n g .
Het is ook bij dezen ziektevorm van groot belang, aan
d e a a n w i j z i n g voor de oorzaken te beantwoorden ,
de zieken, zoo mogelijk, in andere streken en onder betere
vei'houdingen over te plaatsen enz.
Aan de z i e k t e - a a nwi j z i n g moetmen bij de eerst e
soort, op eene verschillende wijze, in het begin en gedurende
de aanvallen , of in latere tijdperken en gedurende
de nalatingen der toevallen beantwoorden. Daar
moet de prikkeling en nederzetting gematigd , hier de
Dyscrasie vernietigd en de ontaarding opgeheven worden.
Tot het eerste doel (in pas ontstane gevallen en gedurende
de aanvallen) zette men bloedzuigers op de aangedane
klieren en watervaten, make verweekende omslagen, inwrijvingen
met üngt. neapolit. en geve inwendig, bij
eene Sterke opzetting naar boven, braakmiddelen, en,
voor het overige , verkoelende , afvoerende middelen ,
V. ßiStACHT. PACHYDERMIA. 505
Tamarinde, middenzouten, Calomel enz. Aderlatingen,
waartoe nu en dan de hevigheid der koorts zoude kunnen
verleiden, zijn, volgens de waarnemingen van Hendy
en anderen, steeds nadeelig en somwijlen snel doodelijk
bevonden. Zijn echter roodheid, pijn en koorts
verdwenen, zoo bewijst de drukking, aan de ledematen
met flanele windsels, aan den balzak door een schortband,
dikwijis buitengewone diensten, welke door Jodium
inwrijvingen, dampdouches, menigvuldige badea
en dgl. kan worden ondersteund. Ook heeft men, ten
einde de drukking des te meer te doen werken, instekingen
en insnijdingen aanbevolen. Zullen deze middelen
echter van een duurzaam gevolg zijn, zoo moet gelijktijdig
de Dyscrasie door eene gepaste behandeling worden
te keer gegaan en, met dit doel, heeft men nu eens de
Houtdranken, dan weder de Tónica en ook de Mercurialia
, met een verschillend gevolg toegediend. Matius
heeft eenen zieke uit Suriname door het Arsenicum (Pilul.
Asiatic.) genezen. Heeft het lijdcn echter reeds aanmerkelijke
Vorderingen gemaakt, zooblijven echter doorgaans
alle geneesmiddelen vruchteloos, en slechts de kunstbewerking,
de afzetting van het aangedane lid, de uitsnijding
van het gezwel van den balzak enz., kan de lijders
van hunnen last bevrijden. Zoo lang echter de Dyscrasie
nog niet volkomen is opgeheven, en er nog aanvallen
plaats hebben enz., brengt ook zij geene grondige hulp
aan , en men zag Pachydermia herhaalde malen aan andere'ligchaamsdeelen
verschijnen, oí de zieken, körten
tijd na de kunstbewerking , aan inwendige misvormingen
sterven. Men kieze alzoo slechts met voorzigtigheid en
waar het leven der zieken werkelijk in gevaar is deze
tijdelijke middelen.
De behandeling der twee d e s o o r t heeft tot nu toe
nog geene bijzondere uitkomsten opgeleverd, slechts een
zieke, welken Schönlein met de smeerkuur en houtdranken
behandelde, beterde merkbaar, ten minstewas, toen