7 0 2 II. KL. XX. FAM. CARCINOSES. IV. GfiSl. CARCWELCOSIS.
B e h a n d e l i n g .
Waar men het mes kan bezigen en de kanker plaatselijk
is, moet hij worden uitgesneden. Wanneer de zitplaats
der zweer of andere verhoudingen de kunstbewerking
niet veroorloven, beproeve men, wat de bijtmiddelen
vermögen. Bij de inwendige behandeling moeten derelfde
regds worden in acht genomen, als bij de andere
vormen, en bestaan er sporen eener algemeene Dyscrasie,
dan taste men het plaatselijke lijden nietaan, en stelle
eene verzachtende geneeswijze in het werk, zooals die
boven werd opgegeven.
U