
N
480 II. KL. ZEFENTIENDE FAMILIE. LEPROSES.
buik, omslagen en Mucilaginosa met verdoovende middelen,
de kramppijuen, verlammingen en dgl. door
blaartrekkènde pleisters, prikkelende inwrijvingen, zwavelbaden
en krampwerende middelen, en de aandoeningen
van het centraalzenuwstelsel, volgens hare natuur, nu
cens en menigvuldiger ontstekingyyerend en afleidend,
doch somwijlen ook (bij den zoogenaamden typhus pellagrosus)
met prikkelende middelen en Epispastica behandeld.
In het derde tijdperk echter neemt men zijne
toevlugt vrij algemeen tot de tonische en opwekkende
middelen. Deze bebandeling blijft niet zonder gevolg,
en zieken, dieeerst eenen kovten tijd aangedaan zijn, worden
dikwijls reeds na weinige weken weder vrij gesteld ,
doch de meesten van hen keeren jaai-lijks in het gesticht
terug, brengen van jaar tot jaar eenen längeren tijd in
hetzelve door en verlaten het eindelijk, dikwijls na 8 tot
10 en 15 jaren, niet meer of slechts om in een krankzinnigenhuis
testerven. Eene soortgelijke behandeling, met
een gelijk, zelden duurzaam gevolg, schijnt Hameau in La
Teste de Buch ingeslagen te hebben. Bij de epidemische
ziekte van Parijs echter beproefde men de verschillendste
dingen , braak- en afvoerende middelen, aderlatingen ,
bloedzuigers, bloedige koppen en blaartrekkende pleisters,
nu eens op de wervelkolom, dan weder aan de ledematen,
baden met zwavel, met Alcalia, met loodsuiker,
verdoovende en prikkelende inwrijvingen, Opium, boutdranken
en krampwerende middelen, de Methode der
Charité tegen loodkoliek, het Liquor Swietenii en dgl.
meer. Met elk dezer middelen werden zieken genezen,
doch mij schenen zij slechts toe, hulpmiddelen te zijn van
een geschikt voedsel, van een ander oponthoud en dgl.
De meeigvuldigste genezingen bewerkte het koude jaargetijde.
Of eeue behandeling van Neolepra , vvelke, zonder de
opgave omtrent de verschijnselen uit het oog te verliezen,
meer tegen de lepreuse Dyscrasie gerigt is, betere
m . GESLACHT. NEOIEPRA. 481
ûîikomsten zoude opleveren, wäre te beproeven, doch
ook zij is voorzeker niet in staat, zonder verwijderîng
der oorzaken, genezing aan te brengen.
b. Tweede Verwantschap. Leproides.
Onvolkomene soorten van melaatschheid.
K e n m e r k e nk
De kenmerken van het lepreuse ziekteproces gevett
zieh slechts in enkele of weinige Organen te kennen en
blijven op deze beperkt. De voorafgaande verschijnselen
ontbreken dikwijls of zijn A'an weinig beteekenis; de
verrigtingen van het zenuwstelsel ondergaan menigmaal
geene merkbare stoornissen en de tegennatuurlijke gesteldheden
in de afscheidingen zijn gering. De aard en
wijze van verandering in het aangedane orgaan echter
komen met die van de volkotnen ontwikkelde soorten van
melaatschheid overeen , en , hoewel in het algemeen ook
minder gevaarhjk, zoo zijn de Leproides nogtans niet
minder hardnekkig dan de Leproses. Zij ontstaan onder
gelijke verhoudingen, zijn erfelijk en endemisch, even.
als deze, en toonen niet zelden hare innige verwantschap
met dezelve aan, door het voorkomen op eene plaats en
bij dezelfde familien, even als vereenvoudigde, zelfstandig
gewordene verschijnselen der ontwikkelde melaatschheid,
die daar verschijnen, waar de voorbeschiktheid
of schadelijke inwerking nietsterk genoeg is om deze
te verwekken. Waar zij zieh echter alleen bevinden,
zouden zij als overblijfsels der vroeger veel meer uitgebreide,
volkomene Leproses kunnen worden aangemerkt,
V e r d e e l i n g .
Er komen Leproides van verschillende Organen en
weefsels voor: Ophthalmia en Gonorrhoea leprosa,le-
31