
7 0 0 II, KL. TVVINTIGSfE l'AMItlE. CAIlCINOSfiS.
met uitvsassen bedekt, welke dikwijls eeneu zoo aaninerkelijkenomvangbereikeu,
dat de eigenlijke oppervlakte der
zweren geheel door dezelve verborgen wordt ea dat zij ver
boven de geiijke oppervlakte der huid uitpuilen. De uitwassen
verschillen, zooals reeds werd aangemerkt, met
betrekking tot kleur, gedaante, rijkdom aan vaten enz.,
naar gelang van den ziektevorni, uit welken zij ontstaan
zijn ; heeft de zweer zieh ecliter zonder kankerknobbels
ontwikkeld, dan komen zij gewoonlijk het meeste met die
overeen, welke bij Scirrhomata ontstaan, zijn vaatrijk, doch
vast, vingervormig en wortelen opeeneharde, scirrheuse
grondvlakte. De oppervlakte dezer woekeringen lost zieh
voortdurend op, en de woekerende kankerzweer levert
alzoo eene nog grooterehoeveelheid eener stinkende, verschillend
gekleurde, etterachtige stof op, dan eenvoadige;
nimmer echter wordt zij met korsten bedekt, bloedt
nog ligter en (voornamelijk na het bloedsponsgezwel) veel
rijkelijker, dan de eerste soort, en maakt, hoewel ook de
uitwassen het verlies van zelfstandigheid minder doen
voorkomen, niet minder spoedige en verwoestende vorderingen
dan deze. Voor het overige verhouden beide
soorten zieh volkomen gelijk en algemeene kanker is namelijk
even zoo goed en doorgaans nog vroegtijdiger het
gevolg van haar, als der eerste soort.
0 o r z a k e n.
Carcinelcosis maakt, zooals gezegd werd, het laatste
tijdperk van alle andere Carcinoses der huid uit, en het
is reeds aangetoond geworden, dat Scirrhoma in beide
soorten van kankerzweren, Encephaloma en Splenoma
daarentegen slechts in de tweede eindigen. Beide soorten
kunnen overigens ook op verschillende wijzen ontstaan
, en bij de eerste is dit zelfs meestal het geval.
Wanneer voorwerpen, welke aanleg tot vorming van
kanker hebben, scheidingen van den zamenhang, andere
zweren, wonden en dgl. hebben, dan outaarden
deze gaarne in Carcinelcosis, en op deze wijze ziet men
IV. GESLACHT. CARCINELCOSIS. 701
niet slechts venerische , schurftaardige, scrophuleuse
en soortgelijke verzweringen eene kankerachtige gesteldlieid
aannemen, maar zelfs uit ligte beleedigingen
derlippen, van den neus, der oogleden enz. plaatselijken
kanker ontstaan, welke zieh dadehjk in den vorm van
zweren voordoet. Heeft «ich echter, bij een voorwerp,
uit eenigerlei plaatselijken kanker of oorspronkebjk de
algemeene kankeraardige Dyscrasie ontwikkeld, dan kunnen
alle beleedigingen, in kankerzweren ontaarden.
B e l o o p , U i tgang, Voorzegging.
Kankerzweren verloopen natuurlijk spoediger dan de
andere ziektevormen, welke eerst in haar moeten overgaan;
nogtansis ook haar duur zeer onbepaald, en terwijl
Velen, b, v. die haar bestaan uit het bloedsponsgezwel
ontleenen, dikwijls binnen weinige weken den dood
aanbrengen, duren andere, b. v. de gewone lipkanker,
jaren lang. Genezing volgt slechts dan, zoolang de
aandoening plaatselijk bl i jft , en geheel en al wordt uitgeroeid.
In het tegenovergestelde geval volgt de dood,
onder de verschijnselen van algemeenen kanker, door put
r i d e , hectische koorts, door Phlebitis of door Hydrops.
Dewijl de open kanker spoediger tot algemeene Dyscrasie
leidt, dan die, welke nog niet in verzwering is overgegaan,
en deze ligter dan gene kan worden uitgeroeid, zoo
is de v o o r z e g g i n g , in het algemeen, ongunstig. Nogtans
laat eene uit Scirrhoma of uit kankergezwellen ontstane
Carcinelcosis, indien voor het overige alles gelijk
Staat, nog meer hoop over, dan een Encephaloma, zelfs
wanneer het nog niet is opengebroken. Boven dien heeft
de wijze, waarop de zweer ontstaat, hare zitplaats in
de nabijheid van gewigtige of minder gewigtige Organen
, hare uitgebreidheid en voornamelijk het ontbreken
of daarzijn van verschijnselen, welke den overgang in
algemeenen kanker te kennen geven, meer invloed op de
voorzegging, dan de verscheidenheid der soort.