
w
380 n . KL. ZESTIENDE FAMILIE. PSORIDEAE.
plaatsen der huid de zitplaats eener hevige jeuking en
branding, en deze gewaarwordingen dureii ook nog na
de uitbotting voort; de bij Prurigo menigvuldige verschijnselen
in de bewegingszenuwen echter, vertoonen
zieh slechts zelden bij Scabies, en daar deze, in de
meeste gevallen door besmetting ontstaat, vertoonen er
zieh, in hären eersten tijd, slechts zelden sporen van
een djscrasisch lijden. De biaasjes worden doorgaans
vroegtijdig stuk gehaald, en ontlasten dan eene heldere,
vrij taaije, kleverige vloeistof, die nu eens tot
dünne, groenachtige en ligtelijk afvallende schubbenvormige
korsten, dan weder, door bijmenging van
bloed, tot donkere, raeer vaste kortsjes opdroogt, doch
ook dikwijls, na bare ontlasting, slechts de openge—
haalde biaasjes als ontvelde plaatsen achterlaat, zoo dat
de zieken er als gegeesseld uitzien. Er volgen voortdurend
latere uitbottingen , en heeft de aandoening lang
geduurd, zoo vertoonen zieh bij haar niet zelden de
verschijnselen der schurftaardige Dyscrasie, bleeke,
aardachtige aangezigtskleur, afgematheid , duizeligheid,
pijnen in de ledeniaten enz. en ontwikkelen zieh, nevens
haar , andere schurftachtige aandoeningen , Ophthalmia
psorica, schurftzweren , Neuronoses en dgl.
Voornamelijk bij dezen ziektevorm komt de A c a r u s
s c a b i e i voor; doch hij vertoont zieh op verre na niet
in alle gevallen en ook lang niet in alle vruchten. Doorgaans
ontdekt men hem slechts in enkele biaasjes van de
vingers en den voorarm, en , wanneer Scabies slechts
eenige dagen lang, door eenig uitwendig middel, is behandeld
gewoi'den, zöo zal men, hoewel de uitslag ook
nog in vollen bloei Staat, te vergeefs naar mijten zoeken.
De Acarus huisvest niet, zooals men vroeger geloofde ,
in den inhoiid van de vruchten der schurftblaasjes, maar
in de dikte der opperhuid , en in deze heeit hij zieh
dikwijls eenen, vei'scheidene lijnen langen weg gegraven
aan welks einde, sorawijlen 3 tot 4 lijnen van het blaasje
If. GESLACHT. SCABIES. 381
verwijderd, hij zieh ophoudt. De vruchten, bij welke
eene mijt behoort, zijn nu eens aan bare spits , dan
weder op de eene of andere plaats van hare oppervlakte,
met eene wankleurige, nu eens witachtige, dan weder
donkere punt bezet, van welke uitgaande, eene verschillend
lange, meeslal kromme lijn door de opperhuid
loopt. De punt en de lijn liggen in de zelfstandigheid
der opperhuid, hetgeen men ligtelijk bemerkt, wanneer
men deze losscheidt en tegen de zon houdt. Aan het
einde van het lijnvormig kanaal echter, somwijlen aan de
grondvlakte van het blaasje, doch menigvuldiger eenigzins
van hetzelve verwijderd, ziet men eene kleine,
bruinachtige punt, den Acarus, die, door eene scheef
ingestokene, fijne naald, ligt kan worden uitgetrokken.
Het diertje beweegt zieh zeer levendig, is wit met bruinroode
punten, rondachtig , plat en ongeveer eene
streep lang- Het heeft eenen snuitvormigen, rooden
kop en 8, even zoo gekleurde pooten, van welke het
de 4 voorste, nevens den kop, onder zijn borstschild
kan verbergen. De pooten zijn behaard , en 2 borstelige
hären zitten aan elke zijde van den aars (Tab. XIV. 3. 3».).
E r k e n n i n g.
Scabies zoude vooral met Psydracia kunnen worden
verwisseld. Doch, de bepaalde ontkieniingsplaatsen der
schürft daargelaten, verschijnen de vruchten van Psydracia
op helderroode, niet bleeke areolae, sneller,
digter op een gedrongen en zijn minder kegelvormig,
weeker, tot op de gelijke oppervlakte der huid, niet
slechts in hare punt , met eene niet kleverige vloeistof gevuld
en vertoonen geen spoor van Acarus. Er heeft
meer branding en jeuking plaats , het beloop der enkele
vruchten, en dikwijls ook dat der geheele ziekte, is sneller,
er vorrnen zieh schubben of vochtige schubbenvormige
korsten van eene heldere kleur, even als bij Scabies
, terwijl Psydracia nimmer besmettelijk is.