
-.4
Hu
m
6 0 2 II. KL. NEGJENTIBNDE FAMILIE. SYPHILIDES.
eene Sublimaat-oplossing, zalven met Jodar. hydrarg. en
dgl. hai'ç verdwyniog zullen bespoedigen.
I I , Geslacht. Syphilolepis. '
De venerische schnbben.
S y n o n y m e n . Syphilis cutan. squamosa. — Squamae
syphiliticaé. — Die syphilitichen, venerischen Schuppenausschläge,
das Schuppensyphilid. — Dartres syphilitiques
Devergie.
K e n m e r k e n.
Koperkleurige pericarpia, zonder duidelijke vorming
van vruchten, die zieh met meer of minder dikke, harde
en bropze, helder of donker gekleurde sehubbeß bedek •
ken. Menigmaal vertoont zieh bij de hiertoe behoorende
ziektevormen de Lisière blanche der Franschen en altijd
heeft Syphilolepis de secundaire chankers tot grondslag.
V e r d e e l i n g ,
De vrij menigvuldig voorkomende venerische schubben
zijn zeer veelvormig, enik ken 4soorten, van welke
er eenige weder in variëteiten verdeeld kunnen worden.
1. Soort. Syphilolepis guttata.
De dropvormige venerische schubben.
b J:
S y n o n y m e n . Psoriasis syphilitica. — Squames
syphilitiques discrètes Ray. — Der gewöhnliche veneri-
•sche Schuppenausschlag.
A f b e e I d i n g e n . Tab. XVIII. .3.
I I . GESLACHÏ. SYPHILOLEPIS. 603
V e r s c h i j n s e l e n .
Voornamelijk in het aangezigt en aan den hals, doch
niet zelden ook over het geheele ligchaam, komen er,
min of meer boven de huid verhevene, koperkleurige
viekken te voorschijn, welke zelden de grootte van linzen
of van een' stqiver te boven gaan en meeslal van eene
rondachtige gedaante zijn. Zij staan veelal in ringen of
stukken van kringen bij elkander. Na eenigen tijd bedekken
zij zieh met dünne schubben, die matwit, witgeelachtig,
zeldzamer grijs of bruinachtiggekleurd, biaderig,
niet straalsgewijze, en zeer hard en broos zijn. Zij
Valien ligtelijk af en, dien ten gevolge, bemerkt men gewoonlijk
kale, koperkleurige viekken, nevens die, welke
met schubben bedekt zijn ; de grondvlakte van al de
viekken echter wordt door eene witte lijn ingesloten. De
aandoening verwekt slechts eene geringe jeuking, doch
zij steh talrijke latere uitbottingen daar en duurt maanden
en jaren lang. Verdwijnt zij, zoo laat zij wankleurige
viekken terug, die zieh langzamerhand geheel verliezen.
Zij is eene der meest voorkomende Syphilides
der huid.
2. Soort. Syphilolepis scutellata.
De schotelvormige venerische schubhep.
Sy n o ny m e n. Lepxa syphilitica. — Lepra nigricans
Will.
Afb eel d i n gen. Tab. XVIIL 4.
V e r s c h i j n s e l e n .
Even als de vorige soort veel overeenkomst heeft met
psoriasis guttata, zoo gelijkt deze veel naar psoriasis scutellata
(Lepra vulg. Will.); zijvormt, even als deze ,vlekt
h
VI