
224 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSTASES. VEERTIENDE FAMILIE. HAEMORRHOIDES. 225
Dermapostases zija alzoo, betrekkelijk de verschijnselen,
vrij ongelijk, doch stemmen evenvvel, als onderdeelen
eeuer Familie, in de volgende punten met elkandel
ovei-een:
a. Ook bij haax* vertoont zieh de geneigdheid , welke
het geheele ziekteproces eigen is, om bij voorkear het
aderlijke stelsel aan te doen, hetgeen zieh te kennen
geeft door eene donkere, blaauwachlige kleur, weeke,
adei-spattige, zuchtige zwelling der aangedane deelen
der hnid enz. Terwijl de jichtaardige ziektevormen vele
overeenkomst met de Uroplaniae naar de huid hebben,
vertoonen de Haemorrhoides eene groote gelijkvormigheid
met de Menoplaniae.
b. De afgescheiden wordende stof is zuur en dikwijls
donker bloederig.
c. Zij komen veelal in de nabijheid van weefsels voor,
die tot uitscheidingsorganen van wezentlijke of oneigenlijke
aanbeijen dienen.
d. Zij staan, voornamelijk in het begin, duidelijk
onder den invloed van de aanvallen der aanbeijen, vei'-
toonen zieh nevens andere, inwendige ziektevormen van
dit ziekteproces en wisselen met dezelve ai.
e. Zij zljn, hoewel ook minder dan znlks bij de jicht
het geval is, van eenen vlugtigen aard en kunnen Metastases
daai-stellen.
f. Zij zijn niet besmettelijk.
D e e l n e m i n g van het geheel e Organismus.
De hiertoe behoorende huidaandoeningen verloopen
steeds zonder koorts, tenzij er andere ziektevormen der
Haemorrhoides nevens dezelve bestaan, welke met koorts
gepaard gaan.
V e r s p r e i d i n g , M e d e d e e l i n g , Z a m e n s t e l l i n g .
Zij verhouden zieh in deze opzigten volkomen als de
jichtaardige Dermapostases.
O o r z a k e n .
De Dyscrasie der Haemorrhoides is, even als die der
jicht, eríelijk en wordt ook door dezelíde oorzakeii te
weeg gebragt. De aandoeningen der huid zijn, voor het
overige, hier ook even zeldzaam en ontwikkelen zieh
onder dezelfde verhoudingen.
B e l o o p , Duur , Uitgang.
Het beloop is chronisch. In bet begin bemerkt men
steeds eene zekere aihankelijkheid van de uitscheidingen
in andere organen en van tijdptjrken; met den tijd wordt
deze echter dikwijls geringer en gaat geheei verloren.
De uitgangen zijn:
1. In genezing. De uitbottingen schilferen af,
bloedingen houden op en de zweren vormen likteekens.
Zeker is de genezing nogtans alleen dan, wanneer de
Dyscrasie wordt opgeheven.
2. In a n d e r e ziekten. Worden de aandoeningen
der huid onderdrukt, zoo nemen, in de plaats hiervan,
de wezentlijke of oneigenlijke Ilaemorrhoides in
hevigheid toe of er ontstaan nieuwe vormen. .Er komen
Metastases voor, hoewel zij minder menigvuldig zijn dan
bij de jichtvormen.
3. In den dood. Deze is slechts zelden het gevolg
van stofverplaatsingen.
V o o r z e g g i n g .
Deze is over het algemeen niet ongunstig, en hoewel
het ook meestal niet gelukt, den wortel der ziekte volkomen
uit te roeijen, zoo is het toch doorgaans mogelijk,
de uitscheidingen naar de oorspronkelijke organen
te geleiden en de ziekelijke veranderiugen in de huid te
verhelpen.
B e h a n d e l i n g .
De grondige behandeling van het ziekteproces der
Haemorrhoides vordert eena inwerkende verandering in
de geheele levenswijze der zieken, de ophefEng der
Plethora abdominalis, op welke dezelve gegrond is, de
ontbinding van het ziekelijke voortbrengsel door Antacida
en deszelfs ontlasting door opwekking der normale
15
m