
552 II. KL. ACHTTIEINDE FAMILIE. TllíMIOSES.
vuldigste aan den buik, de billen en aan de inwendige
oppervlakte der dijen. De aandoening schijnt goedaardiger
te zijn, dan de eerste soort en de beenderen
worden zeldzamer aangedaan; slechts wanneer de uitbottingen
terug gedreven worden, vormen zieh Tophi
en Caries.
3. Soort. Radcsyge istrica/
De Istrisehe Kustziekte.
S y n o n y m e n . Morbus fluminensis, croatus. —
Mal di Scarlievo, di Breno, dl Fiume; Margaretizza. —
Scarlievo, Scherlievo; die Grobnicher Krankheit; das
illyrische, das istrisehe Syphiloid. — Mycosis syphi-
}oide Alib. — Die istrisehe Küstenseuche.
V e r s c h ij n s e 1 e n.
Ook deze soort wordt voorafgegaan door verscheurende
pijnen längs de ruggegraat, in de gewrichten, in
de pijpbeenderen, welke dag en nacht voortduren en
door bezwaarnissen in de keel, welke verschijnselen nu
eens slechts 10 tot 20 dagen, dan weder verscheidene
niaanden lang aanhouden. De lijders zien er daarbij
ziekelijk uit en hunne gemoedsstemming hjdt. De eigenlijke
ziekte openbaart zieh nu eens meer in de süjmvliezen,
dan weder meer op de uitwendige huid. In het
eerste en meer gewone geval wordt de stem heesch, de
amandelen, het Velum palatium en het verhemelte krijgen
eene roode kleur en worden met kleine, naar Aphtae
gelijkende pulsten bedekt, welke eene witachtige zelfstandigheid
afscheiden en vroegtijdig in zweren, met eenen
gelen, spekachtigen grond en met donkei'roode, hardo
randen, verandei'en. Deze breiden zieh spoedig uit^
I I . GESLACHT. RADESYGE. 553
vloeijen ineen, verstoren de keel- en dikwijls de geheele
mondholte, gaan tot op den neus over, verschoonen noch
zijne weeke deelen, noch zijne beenderen en komen
aldus in het aangezigt te voorschijn, over hetwelk zij zieh
nietzelden verderverspreiden, delippen, wangen, de
oogleden en zelfs de oogen vernietigende. Somwijlen
strekt de verzwering zieh ook tot in de lachtpijp uit en
er ontstaan toevallen van keeltering. Zoodra deze zweren
zieh volkomen ontwikkeld hebben, verdwijnen echter
de pijnen in de beenderen, en hetzelfde merkt meu
o p , wanneer de uitscheiding zieh naar de huid wendt
en er uitbottingen volgen. Aisdan is de keelontsteking
doorgaans gering of neemt af, naarmate de uitslag
te voorschijn komt, en slechts zelden bestaan er uitgebreide
zweren der keelholte en eene rijkelijke uitbotting
te gelijk. De veranderingen der huid zijn niet altijd dezelfde:
vlekken, puisten en tuberkels komen bij verschillende
zieken en nevens elkander voor ; altijd echter
zijn zij koperkleurig of bruinrood en verschijnen voornamelijk
aan het voorhoofd, op de huid van het hoofd,
achter de ooren, aan het onderlijf, in den omtrek der
geslachtsdeelen, aan den aars en aan de binnenzijde der
ledematen. De vlekken zijn n u eens verheven, dan weder
ingedrukt, van verschillende grootte, dikwijls rond,
somwijlen week en glad, doch menigvuldiger droog, ruw
en met schubben bedekt. De puisten gelijken naar linzen
en hebben veel overeenkomst met de schür f t ; slechts
jeuken zij niet en hebben eene bruinroode klear. Bij
eene zachte huid, voornamelyk bij kinderen, ontmoet
men tusschen dezelve dikwyls eene donkere, roosachtige
roodheid en zwelling der deelen. Het ergste echter zijn
de tuberkels, die dikwijls eerst verscheidene maanden
later, dan de vlekken en puisten, te voorschijn komen,
langzaam in verettering overgaan en dikke, met roode
areolae omgevene korsten daarstellen. Voor het overige
gaan ook de andere soorten van uitslag vau Scarlievo in
n H