
h
1ri1
I I T m
6 8 4 II. Kl. XVVINTIGSTE FA3IIIIE. CARCINOSES.
onderhuidscelweefsel nemen, dezelfde kleur der Luid
dragen, of iets belderder dan deze, wit (Cancer leuce
Ray.) gekleurd zijn, Somwijleu bestaal er slechts eene
dasdanige verhevenheid, dikvvijls echter verschijnen er
gelijktijdig meerdere derzelve, en wanneer de huidaandoening,
zooals hier niet zelden het geval is, eerst ontstaat,
nadat het mergsponsgezwel van inwendige Organen
zieh tot algemeene Dyscrasie heeft outwikkeld , ZOG körnen
er zelfs talrijke gezvvellen op verschillende ligchaamsdeelen
voor. Zij zijn meestal rond of eirond, somwijlen
echter vloeijen er ook meerdere derzelve tot onregelmatige
gedaanten bij elkander; gewoonlijk zijn zij plat en, vooriiamelijk
wanneer zij in de huid zelve wortelen, niet zelden
in het midden als ingedrukt. Zij hebben eene gladde
oppervlakte en zijn, voornamelijk die, welke onder de
huid liggen, op het gevoel veel weeker en veerkrachtiger,
dan Scii-rhomata, zoodat men niet zelden vochtgolving
meent te ontdekken. In den aanvang slechts de
grootte van linzen hebbende,, nemen zij vrij spoedig tot
den omvang van twee- en vijfstuiversstukken toe, veroorzaken
echter in den beginne geene pijn en zijn met
de huid, of onder haar bewegelijk. Nogtans vergroeijen
zij spoediger dan de kreeftgezwellen met de omgevende
deelen; er ontstaan borende pijnen, die evenwel zelden
ZOO hevig zijn, als bij het vorige Geslacht, en op hunne
oppervlakte of in de hen bedekkende huid ontwikkelt
zieh een fijn vaatnet. Roodheid der omgevende deelen
echter, aanmerkelijke zwelling en andere teekenen eener
levendige plaatselijke prikkeling, die het tweede tijdperk
van den huidkanker menigmaal kenmerken, komen
bij het mergsponsgezwel zelden voor. Langzamerhand
verdunt zieh hunne overdekking, de vochtgolving
wordt steeds duidelijker, en eindelijk breken zij open,
slechts eene geringe hoeveelheid etterachtige stof ontlastende.
Weldra woekert er uit de opening eene roodachtigwilte
sponsachtige zelfstandigheid, die, voor-
II. GESLACHT. ENCEPHALOMA. 685
namelijk wanneer de mergsponsgezwellen pas geopend
zijn, zeer veel naar eene opgeloopene hersenzelfstandigheid
gelijkt, iu kleine lapjes verdeeld, met vaten omgeven
en doortrokken, en week, merg- en vetachtig op
het gevoel is. Bij de aanraking bloeden de uitwassen
Hgt, doch zelden aanmerkelijk, en aan de lucht blootgesteld,
lossen zij zieh in eene geelachtige, rottige,
stinkende stof op, die de oppervlakte der oudere uitwassen
bedekt en hun de overeenkomst met hersenzelfstandigheid
ontneemt; menigmaal stooten zieh geheele
stukken der sponsachtige massaaf. In den aanvang zitten
deze sponsachtige uitwassen, die zieh spoedig verheffen
, in de enge opening der huid, als op eenen steel,
doch weldra breiden zij zieh uit, verstoren de huid en
alle omliggende deelen en stellen groote, wanvormige,
sponsachtige massa's daar. Febr. hectica, Phlebitis
enz. vergezellen dezen ziektevorm even zoo wel als
Scirrhoma, en meestal vroegtijdiger dan deze; dikwijls
reeds in het eerste of tweede tijdperk, wordt het plaatselijke
mergsponsgezwel algemeen, terwijl er nieuwe
sponsachtige uitwassen in den omtrek der eerste en op
verwijderde plaatsen der huid ontstaan, de klieren ontaarden,
de inwendige Organen mede beginnen te lijden,
de kankerachtige gesteldheid zieh ontwikkelt enz.
2. Soort. Encephaloma melanodes.
Het inelanotisehe mergsponsgezwel der huid.
S y n o n y m e n . Melanosis maligna, fungosa var. —
Anthracina Jurine. — Carcine mélanée Alib.
Ik kan de zoogenaamde kwaadaardige, sponsachtige
Melanosis noch tot de eenvoudige zwartzuchten (bladz.