
2 1 4 II. KL. DERTIENDE FAMILIE. ARTHRAGROSES.
vlugtigen aard eu kunnen ligtelijk van de huid worden
verdreven; verloopen zij echter ongestoord, dan verdroogenzij,
zonder te barsten, en schilferen zieh af.
V e r d e e l i n g.
Ik geloof 2 soorten te moeten aannemen, die zieh ,
voornamelijk met betrekking tot de voorzegging, zeer
verschillend verhouden.
1. Soort. Arthrophlysis vulgaris.
De gewone jiohtuitslag.
S y n o n y m e n. Eczema arthriticüm var. — De gewrichtsuitslag
der Podagristen.
A f b e e l d i n g e n . Tab. XI. 1.
V e r s c h ij n s e 1 e n.
Niet zelden vertoont er zieh op de huid van de door
eigenlijke jicht (Podagra, Chiragra, Gonagra enz.) aangedane
gewrichten eene gestipte, meer of min donkere
roodheid, die onder den vingerdruk verdwijnt (Erythema
podagricum). Na eenigen tijd verheft zieh op
elk dezer punten een helder, puntig blaasje, hetwelk
hevigjeukt, en dikwijls staan deze, meestal sleehts de
grootte van speldenkoppen hebbende, vruchten zoo digt
op een, dat het gewricht door eene gelijkmatige, met
dezelve bezaaide roodheid wordt overtrokken. Met
derzelver uitbotting vermindert doorgaans de pijn in het
gewricht, terwijl de koorts, die den aanval van jicht
vergezelde, nalaat. De inhoud der blaasjes is zuur.
Worden zij niet vcrstoord, dan verdroogen zij na eenige
dagen en schilferen zieh af.
E r k e n n i n g .
Het voorkomen aan een gewricht, hetwelk reeds door
jicht geleden heeft, het spoedige beloop, het verdroo-
I. GESLACHT. ARTHROPHLYSIS.
215
. e n zonder te barsten en zonder schubbenvormip kor-
L n te vormen enz. zijn voldoende om de erkenning van
Psydracia en soortgelijke ziektevormen zeker te maken.
O o r z a k e n .
De ziektevorm vertoont zieh meest bij jonge voorwerpen,
bij welke de jicht, door eene te ongebondene
levenswijze veroorzaakt, meer het synochale karakter
draagt, en komt nimmer bij atonische jieht voor. HiJ
komt steeds aan het aangedane gewricht te voorschijn en
verspreidt zieh zelden verder over een gedeelte van
het lid.
B e l o o p en Ui tgang.
Het beloop van eenen enkelen aanval is acnut ; veelai
echter keert de uitslag bij volgende aanvallen van het
Podagra weder terug. Wordt hij niet verstoord, dan
verdwijnt hij, onder de opgenoemde verschijnselen, gelijktydig
met de pijnen in het gewrieht; keert hy echter
terug, ZOO nemen in gunstige gevallen piin, zwellmg
en koorts toe ; doch somtijds verdwijnt ook de j icht op
de aangedane plaats, waarvan alle Metastases derzelve
het gevolg zijn kunnen.
V o o r z e g g i n g .
Bij eene behoorlijke voorzigtigheid is de voorzegging
gunstig.
B e h a n d e l i n g .
Er is doorgaans geene andere geneeswijze noodig, dan
die, welke op den jichtaanval werkt; menbeschütte de
lijdende deelen sleehts zeer zorgvuldig voor koude en
vermijde alle zalven, voehtige omslagen eu dgl. Is de
uitslag echter geneigd , om voor den tijd te verdwijnen,
worden de blaasjes slap en verbleekt de roodheid, zoo
ziin wasschingen met potasch (Kai. caustie. 3 JJJ ^^
Aqua dest. | iv) aangewezen, en wanneer hy wed.elijk
verdwijnt, zoo moet men hem door mostaardpleisters,
spaansche vliegen en dgl. weder trachten terug te
roepen.