
m
f
t
406 TWEEDE KLASSE. DERMAPOSIASES.
gelegene celweefsel en de kraakbeenderen. In zekere
gevallen kunnen echter ook kliei-achtige organeu, de
weivliezen , de beenderen enz. in het bei-eik der Dyscrasie
worden getrokken, en menigmalen vertoonen zieh
de normale uitgescheidene Stoffen, de pis, het zweet,
ZOO veranderd, dat men ook eene uitscheiding der ziekelijke
stof door haar moet aannemen.
8 . De aandoening dezer Organen geschiedt in eene
zekere opvolgende reeks , na eens van buiten naar binnen,
dan weder in eene tegenovergestelde rigting; het
eerste heeft echter veel menigvuldiger plaats, en meestal
is de huid het eerst aangedane orgaan. Er zijn ziektevormen,
bij welke slechts enkele oi'ganen (en voornamelijk
de uitwendige bekleedsels) worden veranderd en de
ziekte op dezen geringen trap van ontwikkeling blijft
staan (Leproides), en andere, in welke de Dyscrasie hare
heerschappij , met den tijd, over een ineer of minder
gi'oot aantal van Organen uitbreidt (eigenlijke Leproses).
9. De stoornissen in de verrigtingen en de ziektekundig
ontleedkundige veranderingen, die door de lepreuse
nederzetting in verschillende weefsels en Organen
worden teweeg gebragt, zijn zeer veelvuldig. In het algemeen
verwekt zij, wel is waar, in het begin, eene
verhoogde levenswerkdadigheid, opzwelliug en dgl., die
weldra te niet gaat, om in verstoring over te gaan • doch
zoowel de verschijnselen van gene, als de aard en wijze
van deze verschilt, naar gelang der aangedane organen
enz., te zeer , dan dat men daarvoor algemeen geldende
bepalingen zoude kunnen maken.
10. In de meest verschillende gedaanten komen de
verschijnselen van melaatschheid in de uitwendige bekleedselen
voor, welke het duurzaamst en doorgaans het
eerst tot dyscrasische uitscheiding worden gebezigd. De
lepreuse Dermapostases kenmerken zieh vorder door de
volgende punten :
a, Zij beginnen doorgaans aan enkele ligchaamsdeelen ,
ZEVEMIENDE FAMIilE. LEPROSES.
407
voornamelijk in het aangezigt en aan de ledematen, doch
verspveiden zieh, met den tijd, vele Lepj'Oides (mmdex
ontwikkelde ziektevormen) uitgenomen, doorgaans over
het geheele ligchaam. .
b. Hare verschijning in de huid wordt dikwyls vooiafgegaan
door eigenaardige, pijnlijke gewaarwordmgen ,
het reeds vermelde mierenloopen enz., doch nog menigvuldiger
worden de plaatsen, op welke zy kiemen
gevoelloos. Zij zelve zijn over het algemeen met pynhjk
L , bij vele ziektevormen, geheel en al gevoelloos.
c . Zij onderscheiden zieh minder, dan de andere
Dermapostases, door eene eigenaardige r o o d W , e
slechts bij weinige soorten voorkomt, dan door kleurve -
anderingen van eenen anderen aard d.e hären grond m
eene tegennatuurlijke vorming van kleurstof vinden. Zij.
zijn dofwit, vaal, bruin-en bronsachtig gekleurd.
d. Zij deelen somwijlen reeds in het begm, doch
menigvuldiger in latere tijdperken, aan de -twasem^g
der zieken eenen eigenaardigen, walgeUjken reuk (Odoi
hircinus) mede. , . ,
e. Zii veränderen zoowel het hoornweefse der haid ,
de opperhuid, nagels en hären, als de lederhu.d en
het onderhuidscelweefsel. Bij vele ziektevormen worden
slechts enkele dezer lagen, bij anderen alle te gelijk
aangedaan. ^^^^^^^^^^^^ ^ g^ene andere
Dyscrasie zoo menigvuldig en in zulk eenen graad ziekelyk
wordt aangedaan , als door de lepreuse , neemt aauvankelijk
aan zelfstandigheid toe; de opperhmd vexdikt
zieh en vormt schubben, de nagels zwellen op worden
kolfvormig en misvormd, daavbij echter los van
weefsel en uitgezet, en ook in de hären hebben ex^ by
vele soorten, diergelijke veranderingen plaats. i^ateiechter
bladeren de aangedane deelen af, de opperhmd
schilfert zieh af, de nagels worden broos en verbrokkelen,
en de hären vallen, door wegkwyning hunner
N
CA