
ñ
366 TWEEDE KLASSE DERMAPOSTASES.
3. in andere ziekteu.
Ilet is reeds vermeid, dat zieh bij de dyscrasisclie en
verouderde schürft, door den nadeeligen invloed, dien
zij op de geheele voeding uitoefent, velerlei andere aandoeningen,
Marasmus, Hydrops enz. kunnen voegen. Nog
menigvaldiger echter worden zoodanige, uit inwendige
kiemen ontwikkelde ziektevormen de oorzaak van andere
ziekten, wanneer zij , plotselijk van de huid verdwenen,
door koude, opdroogende zalven en dgl. worden terug
gedreven, als wanneer de zoogenaamde schurftaardige
verplaatsingen volgen. Autenrieth, Hahnemam
en anderen hebben ontegenzeggelijk te veel met dezc
verplaatsingen op gehad , en de oorzaak van vele ziektevormen
en gevallen in de terag gedrevene schürft gezocht,
aan welke zij geheel en al onschaldig was. Hij
echter, die daarom alle schurftaai-dige verplaatsingen
zoade willen loochenen, zou met talrijke naauwkeurige
waarnemingen in tegenspraak komen, en ik konde hem,
uit mijne praktijk, een niet gering aantal van gevallen
voorleggen, die de nadeelige gevolgen eener te spoedig
verdrevene schürft ontegenzeggelijk bewijzen. Niet
elke schürft is voor het overige evenzeer geschikt, zieh
te verplaatsen; dit is veel meer te vreezen bij de van
zelve ontstane, dan bij de door besmetting verwekte
schürft, en ontstaat bij de laatste alleen dan, wanneer
zij verouderd en tot gewoonte geworden is; het komt
ligter bij de minder, dan bij sterker ontwikkelde (puistachtige)
ziektevormen voor en volgt des te zekerder,
naar mate de onderdrukking meer gewelddadig plaats
had; koude baden, zalven met roode of witte praecipitaat,
met lood, zink en dgl. brengen het menigvuldigst
verplaatsing te weeg. Altijd gaan deze verplaatsingen met
Metaschematismus gepaard, dat is, het lijden van de
door haar aangedaan zijnde Organen komt nimmer in de
gedaante van schurftuitslag voor, en Autenrieth heeft
grootelijks gedwaald , wanneer hij op de weivliezen , in
ZESTIEN1>E FAMILIE. rSORIDEAE. 367
de longen enz. puisten wil bemerkt hebben; doch het
schürftaardige voorkomen, de duizeligheid, kramp enz.,
welke de dyscrasische schürft vergezellen, blijven cok
hier steeds aanhouden, ja leggen zieh, bij de verplaatsing,
dikwijls nog duidelijker, dan bij de huidaandoening
aan den dag en geven aldus den zamenhang der
nieuw ontstane ziekten met de schurftaardige Dyscrasie
te kennen. De organen en weefsels, die voornamelijk
door deze verplaatsingen worden aangedaan, zijn:
a. Weivliezen. Bij jonge voorwerpen en spoedige
verdrijving der schürft ontstaat in dezelve somwijlen
ontsteking met snellen uitgang van uitzweéting eener stolbare
lympha ; menigvuldiger echter vormt er zieh eene
acute of subacnte uitstorting van water, bij kinderen
veelal tusschen de hersenvliezen, bij jonge lieden in de
zakken van het borstvlies en bij bejaarden in den buik.
b. Slijmvliezen. Deze worden naar verhouding
zeldzamer aangedaan; nogtans heb ik eene aanhoudende
buikvloeijing, die met darmverzwering eindigde, zien
ontstaan.
c. Klieren en parenchymateuse organen. In
deze, voornamelijk in de longen, ontstaat, na eene
plotselijke onderdrukking der schürft, somwijlen ontsteking;
menigvuldiger echter volgen er knobbelachtige
nederzettingen, en Pneumophisis, phisis meseraica
en dgl. zijn niet zelden de gevolgen eener siecht behandelde
schui'ft. Hoedanig zieh echter de schurfttuberkels
van de klierziekige ontleed- en scheikundig
onderscheiden , is nog niet bekend , niettegenstaande de
schurfttering , gedurende het leven , door velerlei verschijnselen
van andere longverzweiingen te erkennen is.
d. Vezelachtige weefsels. In een geval zagik,
na eene onderdrukte schürft, alle gewrichten des ligchaams
opzwellen, stijfen onbewegelijk worden; in een
ander, ontwikkelde zieh spoedig eene doodelijke Endocarditis.
V .'i