H.
A fdeel.
XVI.
H oofd-
$Tü^
ii.
Pterocar-
pus eca-
jhipbyllum,
'Enieen>la-
dige.'
van Draakenbloed ingezameïd. Het Hout, de
Bast en Bladen , hadden een faraentrekken.de
Smaak. Elf Vinblaadjes aan een gemeenen Steel
maakten het Lopf uit. Het Landvolk gebruikte
Stokjes van den Bast tot Tandeflookers, Weleer
werdt deeze Harst o f Gom naar Spanje ge*
zonden , doch dit gefchiedde thans niet meer,
hoewel zy nog van de Ingezetenen Draakenbloed,
genoemd werdt,
(2) Pterocarpus met enkelde Eyvormig gefpit-
fie Bladen, die van onderen Fluweelachtig
zyn.
Dit Gewas, te vooren door den Ridder onder
de Hedyfarq. betrokken, en van B r own e
Ecajlaphyllum grtyteld, wordt thans, met dee-
zen ’ bynaam , t’huis gebragt tot het Geflagt
yan Pterocarpus , doordiep het Zaadhuisje gevleugeld
is. Men vindt het by P l d m i e r
Klimmend Spartkm, met Citroenbooms - Bladen
en witte Bloemen, die by bosjes aan de Knoo-
pen groeijen, getyteld. Het zou ook de Draa-
kenbloeds - Boom van L o e f l i n g zyn. De
Heer B e r g i u s heeft allereerst de Vrugt aan
(-2) Pterocarpus Fc.liis fttnpHcibus oyatis acuminatis, fabtufc
Sericeis. Syst. Nat, Peg. XIII. Hedyfatum eeaataphyllmn,
Si>. Plant,. 1052. Ecaftaphyllum frutescens reclinatutn &c.
liROWS. Jam. 299. Spartiuin icandens Citri foliis, Floribus
albis 8cc. Plum. Sp. 19. Ic. 246. f. 2. TOUBNF. Injl. 645»
Sanguis Diaconis. Lqeïl. Im. -273. N. 27,
't licht gegeven van dit Gewas, ’t welk op Ja- IV
maika en by de Havana , op laage Plaatfen, F£vfL'
groeit. H oofd-
Het heeft een Stam van zeyen o f agt VoetenSTÜK*
langte, met Takken die bruinachtig en fyn ge-
Rreept zyn, van onderen glad, van boven ruig;
overhoeks bezet met fpits ovaale, effenrandi-
g e , gefleelde Bladen,, van boven glad, van onderen
met een fyne Wolligheid begroeid, hebbende
rondachtige Steeltjes. Uit de Oxels der
Bladen komen Trosjes van kleine Bloempjes
voort, die een Klokswys Kelkje hebben, zyn-
de Vlinderachtig, van Kleur uit den blaauwcn
paarfch. ’t Getal der Meeldraadjes is tien, tot
twee gelyke Lighaamen famengegroeid , met
kleine Meelknopjes. Het Vrugtbeginzel heeft
een korten Styl , met een Rompen Stempel.
De Vrugt is een rondachtige Haauw, weder-
zyds plat, gebladerd, Romp, van onderen ruig,
yan boven met een uitgebreiden Rand ; een
weinig geaderd , gefleeld , een Duim groot ,
Rurkachtig , met ééne Holligheid, bevattende
weinige Niervormige Zaaden.
E r y t h r i n a . Koraalboom.
De Kenmerken zyn , een tweelippige Kelk;
de Bloem de bovenlip uitermaate lang en Lam
pet vormig hebbende.
Van dit Geflagt zyn thans v y f Soorten aange-
L y teil.
Deel. 111. Stuk.