I N H O U D v a n d i t S T U K .
T W E E D E A F D É E L I N G .
D E B O O M E N .
5 m ï . Hoofdst. Befchryving van de B o o-
m e n , die veel meer dan twintig Meeldraadjes
hebben, deswegen Polyan-
duia of Vee'mannigen genaamd, •tot
welken , behalve veele Uitheemfche,
gelyk de Gom Gutta, Orleane, Kruidnagelen
- Boom j ook de Linden, T u lpenboom
en anderen behooren. Bladz. t
X IV. Hoofdst. Befchryving van de Boo-
men > wier Bloemen vier Meeldraad-
jes hebben, waar van twee langer ,
twee korter zyn , deswege Twee-
magtige genaamd, D ïdynamia , hoe •
danig maar weinige E.oomen voorkomen.
-m *»■ *■ 102
X V. Hoofdst. Befchryving van de Boom
en j in wier Bloemende Meeldraadjes
famengegroeid zyn , of uit één
Grondjluk voortkomen., deswege den
naam van Lnkelhroederige, M ora-
delehia, voerende. » ■ ■■■« 128
X V I. H oofdst. Befchryving van de Boo-
mën , wier Bloemen de Meeldraadjes
dubbeld famengegroeid s f uit twee
Grondjlukken voortkomende, hebben 9
deswege Dubbel broeder ige , Diad.beph
ia, getyteld. — 1^2
X V II. Hoofdst. .Befchryving van de Boo-
MEN) in wier Bloemen de Meeldraad