K. middel tegen de Loop gehouden, als men ze ge-
A- - l ' poeijerd inneemt, en ook gebruikt, om eehe
H oofd- bruine Kleur te geeven aan de Wol. Nog een
STüK* ander is ’er in Virginie, die de Witte Schubbige
Eik genoemd wordt, wegens de ruuwheid van
de Schors , leverende ook zeer goed Timmerhout
uit. Van alle deeze Boomen ftrekken de
Eikels tot Voedzel voor de Zwynen en andere
Wilde Dieren- De witte en roode, benevens
eene wat verfchillende Soort, de Spaanfche Eik
genaamd, zyn in de Bosfchen van Penfylvanie
de gemeenfte Boomem
xi. C11) Eikeboom, die de Bladen Vinswyze ver~
^maakè- deeld , de Slippen ver van elkander, van
iyk=. agteren hoekig heeft.
Van het onderfcheid tüsfchen deti JEsculüf
cn Esculus , heb ik voor heen omftandig ge-
lproken, toen ik den Paarden - Karftengen Boom,
die thans den naam van Msculus voert , be-
* zie fchreef *. De Esculus der Ouden wordt hier
n v ° t u k , bedoeld , dien men thans nog in de Zuidelykë
b ia d z .2 4 7 *deelen van Europa vindt. B e l l o n i d s getuigt
daar van, dat dezelve hedendaags in Grie-*
ken*
( i i ) Quercus Foliis pinnatifidis , Iaclniis lanceolatis remo-
tis ,acutis, poftice angularxs. Sysi. Nat. XII. Neg. XIII.
Quercus Foliis pinnato - lxnuatis lasvibus, Fruftibus fesfilibus.
Royen Lugdhat. go. Q. parva, five Phagus Grzcomm fit
Isculus Fiinii. C. B< Fin. 410, TOUR NE F. Jnji. s ta
Icenland Balanida heet , en dat hy in Paleftina
Eikels draagt als Duiven - Eijeren, die zeer goed XDI£XEU
Om te eeten, en zo fmaakelyk als de Karften-HooFD-
gen zyn. De Bladen zyn, byna tot aan de ge-slUK*
zoomde Rib toe , Vinswyze verdeeld , met de
Slippen ver van elkander, Lancetvormig, fpits,
naar agteren inzonderheid gehóekt, van onde ■
ren zo wel kaal als boven.
( 1 2 ) Eikeboom met af vallende langwerpige xn.
Bladen , naar °t end verbreedende, met de Emo^ciie.
infnydingen fpitfer en de hoeken ftomp. £ik-
Hier moeten wy den gewoonën Eik befchöu-
wen, die algemeen is in Europa, doch meest
voorkomt in de middelfte en Bergagtige deelen
, hoewel men hem ook in dé Nederlanden,
in Engeland , Vrankryk , Sweeden , ja zeifs
Öostwaards in Afië aan treft. Hy voert gemeenlyk,
in ’t Latyn, den naam van Quercus,
en hoogftammig zynde, zeer zwaar, van Takken
en hard van Hout , wordt hy Robur getyteld.
De Italiaanen noemen den Eikenboom zo wel
", ■ ' Rotil)
Quercus Foliis deciduis oblongis, fuperne lariotibus,
iinubus acutioribus, angulis obtufis. Hort. Cliff. 448. Fl. Suec.
7*4, 870. Mat. Med. 426. Ha l l . Helv. 159. RoYEN Lugdbat.
80. DALIB. Paris. 293. GmeL. Sib. 150. Quercus cum lofigoi
pediculo. C. B. Pin. 420. Quercus. Fuchs. Hij7. 229. Loes.
Prusf. 211. T. 69, DOD. Pempt. 823. DOD. Kruidt. X290.
TouBNF. Inft. 583- ß, Quercus larifolia fbemlna. c. B. Pin-
418. ƒ/. Wtsigoth. 214. Ment. 49«;
V
tl, DEEL. III. STUK,