II.
A fdeel
x ix.
H oofdstu
k.
Ntotot*
Meskaat
Mooni.
Moskaat Boomen groei jen ook op andere Ei».
* landen, en zelfs aan de Vaste Kust van Indie.
Ten rninlte komt, in de Malabaaife Kruidhof,
een Nooten-Moskaat Boom voor, aldaar Panan-
Polka, genaamd-, welke naast met den genen ,
die de Mannetjes Nooten draagt, fchynt overeen
te komen, zo de Hoogleevaar Buumannus
aanmerkt. De Afbeelding, welke zyn Wel Ed.
gegeven heeft van den Ceylonlchen AVilden,
Nooten-Moskaat Boom, Jryaghedhi genaamd,
verfchilt door de Bladen zeer , welke als die
van den Kruidnagelboom zyn , en tegen oven
elkander aan de Takjes liaan, Ondertusfchen
wordt door de Knopjes, die zig daar aan ver-
toonen, myne Gisfing, dat de Nooten - Moskaat
Boom wel tot de. Planten, wier. Mannelyke en
Vrouwelyke Bloemen vau elkander afgezonderd
zyn, behooren mogt, niet weinig waarfchynlyk
gemaakt (*)»
F a G ü s, Beukcboora.
De Kenmerken, van dit Geflagt zy n , dat de
Mannetjes Bloem, uit een in vieren gedeelde.
Kelk beftaat, van Klokswyze figuur,mét twaalf
Meeldraadjes , doch geene Bloemkrans heeft ,
zo.
(*) Vid. BtJRM. Thes. Zeylari. p. 17 J- T , 7S- Ware het
öat ik hier in gemist mogt hebben, zo zal men t eeniger tydï
deezen aanmeikelyken Boom , die zckerlyk een plaats ver,
diende, flegts een andere in het Stekel der Sexcn moeten,
aan wy zen.
zo- min als de Wyfjes - Bloemen , wier Kelk H*
viertandig is , met drie Stylen, Gedagte K d k A™jEL*
verandert in een Zaadhuisje of Vrugt, die Ite- H oofd*
kelig ruig is , vierkleppig , bevattende twee3TUX*
Zaaden.
Drie Soorten komen 3er in dit Geflagt voor,
waar van de laatfle alleen beantwoordt aan het
gewoone gebruik van den Geflagtnaam, de anderen
van ouds Kastan je - Boomen heeten, als
volgt,
(O Beukeboom met Lancetswyze, /pits ge- i-
tandt, van anderen kqale Bladen. x a& n >
Boom.
Deeze Soort maakt den gewoonen Europi-
fchen Kastanje - Boom uit , die in Vrankryk in-
zonderheid menigvuldig groeit, hoewel hy ook
voorkomt in Spanje , Portugal en Italië. Duitfch-
land en Engeland zyn 'er niet van ontbloot. Dp
naam is van ’t Griekfche woord Kastanon af-
komllig, dat men, met eenige verandering, in
de meelle Europifche Taaien overgenomen heeft*
De Franfchen noemen hem Chaftaignier , de
Duitfchers Eesten* o f Kastanien - Baurn, de Engel*
( j) Fagus Foliis lanceolatis acummato - fêrratis, fubtusnu-
dis. Syst. Nat. XII. Torn. II. Gen. 1072. p. É30. Hort. Cliff.
4+7- Hort. Ups. 287. Royen Lugdlrat. 79. Mat. Med. 429.
Dalie. Paris. 294. Gron. Virg. i f t . Caftanea. Tournf.
Jnjl. 524. Dod. Pempt. 814. Kruidt. 1279. Caftanea fylveftxis.
C. B. Pi». 413. Caftanea fativa. C. s, Fin. 418.
n , deel, y i , stuk«