IU
Afdeel»
xiii.
H oofd
STUK*
VIII.
Annona
Africana.
Afrikaan
fche.
io o V e e l M a n n i g e B o o m E r f.
(8) Annona met Lancetvormige Wollige Bladen.
Deeze Soort krygt den bynaam van Afrikaan•
fch e, mooglyk, om dat zy uit Afrika oirfpron-
gelyk wordt geacht te zyn, hoewel L i n n & o s
' zelf de woonplaats fielt in Amerika. Zy onder-
fcheidt zig van de anderen door de Wolligheid
der Bladen, die volgens de Afbeeldingen in lang
zo fmal en fpits niet als in de voorgaande zyn.
Immers, wanneer men de Afbeelding van Ehret
befchouwt, zou menze veeleer fpits ovaal noemen.
Aldaar wordt de benaaming gebruikt
van Pater F e u i l l e e , die dit Gewas in Peru
vondt, alwaar hetzelve gemeenlyk dennaamvan
Cherimolla by de Spaanfchen voert, en met veel
zorgvuldigheid wordt aangekweekt.
Die Pater befchryft hetzelve als een Boom ,
niet hooger groeiende dan twaalf Voeten, wiens
Bladen naar Tt ovaale trekken, met eene flom-
pe punt , lang vyr of zes Duimen, met een
kort Steeltje , van boven bly groen, van onderen
bleek groen. De Bloemen beftaan uit drie
Bladen , van binnen w i t , van buiten groenachtig
, en komen voort uit een driepuntige Kelk ,
die
(8) Annona Folüs lanceoktis pubescentibus, Hort. Cliff.
-2z RoyeN Lu*dbat. 494. Guanabanus Fruéhi fubcoeruleo.
Flum. Gen. 43.J Guanabanus Perfeas folio, Flore intus aibo,
exterius virescente; Fruftu nigricante fquamato. Feuill. Pf-
ruv. Tom. III. Hifi. des PI. p. 24. T. 17. TKEW. EHRET.
Tab. 49 ?
die doorgaans beneden een Blad ontlpringt. II.
De Vrugt is Hartvormig , met indrukkingen ,
welke de Oppervlakte als gefchubd maaken , Hoofd-
doorgaans van buiten bruin grys en volmaaktSTUK*
ryp zynde- zwartachtig , van binnen een zoet-
achtig wit Vleefch hebbende , dat naar Pap
gelykt, gemengd met veele Zaaden van Koffy-
kleur, die agt Lynen lang, vier breed en twee
dik zyn. „ By de Spaanfche Inboorlingen des
„ Lands wordt deeze Vrugt voor de befte ge»
„ houden, die men ’er heeft: zy geeven ’er de
j, Kranken van te eeten, zonder fchroom (zegt
„ die Pater,) maar, welk een deugd ’er de Pe-
„ ruviaanen ook in vinden mogen, het is zeker,
„ dat één van onze Peerea o f Pruimen beter
, , zy dan alle de Cherimollos van Peru.”
Wylen de beroemde Heer en Keizevlyke Lyf-
Arts T r e w h e e ft, in de verklaaring van zy-
ne hier door onzen Ridder bedenkelyk aangehaalde
Plaat, breedvoerig over alle de Soorten
van Anonaas geredeneerd, billykende tevens de
Naams - verandering in Annona, om dat Anona
van barbaarfche afkomst is ; welke naauwgezet-
heid nogthans niet dan moeielykheid baart (*).
Men vergelyke, volgens hem , met deeze Soort,
{ de
(*) Het Latynfche woord Annona , dat Leeftogt betekent,
is immers op deezen Boom niet meer dan op veele anderen toe-
pasielyk, en men behoorde veeleer eenige verandering, tot
onderfchêiding, daar in te maaken, om de dubbelzinnigheid
te vermyden.
G 3