II.
Afdjjel
XIX.
H oofdstuk.
Llrkpi-
iom.
Minna
op de
Bladen.
Veneetiaanfche
Terbenthyn.
■ in ’t Dauphiné , ingezameld; doch op de mee-
■ fte andere plaatfen vindt menze niet, o f vergadert
ze liever op de Bladen van andere Boo-
men, inzonderheid van .de Esfchen in Kalabrie,
gelyk wy vervolgens .zullen zien. Ondertusfchen
wordt deeze Manna der Lorkenboomen, die
een weinig naar Harst fmaakt, by gebrek der
andere nog wel gebruikt.
Deeze Manna komt niet altoos op de Lorkenboomen
voor. In een heet en droog Saizoen,
alleen, openbaart zy z ig , en is dan moeielyk
van de ©laden af te krygen, wegens haare taay-
heid. De tyd des jaars, dat men ’er dus de
Boomen mede bezwangerd vindt , is van ’t midden
van Juny tot Auguftus. D e Boeren kappen,
in dit geval, een menigte Takken met.Bladen.,
daar z y de meefte aan wa ar ne emena f , en
maaken ’er hoopen van , in de fchaduw onder
de Beomen. Dus wordt het Sap verdikt, wordt
fty f en klontert: zo dat men het kan verzamelen
; waar na herin de Zonnefchyn gelegd wordt
om te droegen. Sommigen hebben deeze, Man-
na wel voor een Daauw gehouden, die op de
Boomen valt, doch uit de Proefneemingen van
L o b e l en Ptï n a , op Takken zonder jMan -
•na, in een Wynkelder gebragt, die ’er ’s anderendaags
zeer mede bezet waren, blykt dat zy
het eigentlyke uitzweetzel van deeze Boomen
is.
Het voornaamfte, dat de Lorkenboom uitlevert
, is de Terbenthyn, welke men, om dat
zy
vêel van Venetïe plagt te komen, Vtne-
tiaanfche noemt, en onder deezen naam in de j“ “ "
Winkelen kent. Die men van deezen aart inHooFD-
Vrankryk gebruikt, wordt meest in ’t Dau-STUK*
phiné, o f ook in de Landftreek, waar in
Stad Lyons le g t , inzonderheid op den zoge-
naamden Pilatus-Berg, vergaderd. De zuiver-
fte., die zo helder is als W a te r , vloeit uit
doorgeftoben Blaasjes, welke zig van buiten
aan den Boom openbaaren ; de meefte komt
uit infnydingen, welke men in ’t Voorjaar of in
de Herfst aan den Stam des Booms maakt.
Deeze , zo wel als de andere , wordt in ’t
kort geelachtig en dik. Uit afgefneeden Takken
en afgekapte Stammen vloeit ook dikwijs
deeze Terbenthyn, welke zo uit- als inwendig
een fchoon Geneesmiddel is ; tot zuivering en
heeling van allerley Wonden, inzonderheid om
dezelven voor Rotting te bewaaren, uitmuntende.
Hierom komt zy in veele Pleifters en Zalven.
In de Klyfteeren gemengd is zy zeer
dienftig tot verzagting van de afgefchuurde o f
gekwetfte Darm-Wanden in de Roode en andere
Buikloop : inwendig niet minder in fom-
mige Kwaaien der Waterwegen en tot ontlasting
der Stoffen van ’t Graveel, doende het
Water fterk loozen , met eene Violen-Reuk.
Evenwel is het inwendig gebruik van dit Middel
niet altoos even veilig. Het kan Hoofd-
pyn en Duizeligheid veroirzaaken , door verzwakking
van de Maag en vergaaring van Winden,
II. Du l . in, stuk.