,11. nieuwe Vrugten geeft. Men kan dezelveri \
T xEL- even als een Meloen, aan Riemen fnyden; dan
H oofd- fmaakt het Vleefch, dat Goudgeel is, zeer lek-
stuk. - jjgj.. Onryp zynde j loopt ’er in ’t fnyden Melk
j ^ H i t , en, wanneer men dan de Stukken kookt,
fmaaken die als de beste Raapen. In dit laat-
fte geval zyn zy veel voedzaamer dan ryp zynde,
als wanneer menze meest tot verfrisfching en
verfnapering e e t: want zy verfterken de Maag
en verwekken appetyt. Het binnenfte is ten
deele hol, ten deele gevuld met zwarte, lang'
werpige , gladde Korrels , gelyk Peonie - Zaad.
De Smaak is laf zo e t , vermengd met ëen geile
Reuk , doch de Korrels hebben geen gebruik,
dan tot zaaijeh , wanneer ’er zo wel Mannetjes
als Wyfjes uit voortkomen, die fomtyds met
de Wortelen onder elkander geflrengeld groei-
jen; gelyk R ü m p h i ü s ’er twee op Ambon,
in een oude Muur , gevonden hadt. Dat ’ef
Van deeze Soort ook fommigen zyn , die zo
wel Mannelyke Bloemen als Vrugten draagen ,
fchynt uit de befchryving van M a r c g r a a ï
geloofbaar;
ii. (2) Pompoenboom r met de Kwabben der Bla-
Pofopo/1 den onverdeeld. , Dee-
Pofbpofo- - '
Boom. (2) Carica Foliorum lobis integris. Hart. Cliff. 462. Roven
Lugdbai. zz$. Carica fylveftris minor &c. Brown. Jam. 360.
Papaya ramofa Fruftu Pyriformi. Feuill,. Per. III. p. 52. T;
39. f. 1. Ficus arbor Papaja:'fylveftris &c. Pluk. Alm. 145.
T. 273. f. 2 ? Platani Folio arbor ïofopofo ïhü, Pet, Gaz\
6?, T. 43. f, 27.
Deeze fehynt die te zyn , waar van Ro- II*
t h e f o r t de Afbeelding geeft , onder den
naam van Papayer, terwyl hy den voorgaanden, Hoofd-
wegens de uitmuntendheid, Papayer francSTUK'
noemt. Het is een Boom van vyftien tot twin
tig Voeten hoog, met een dcrgelyken Stam en
Bladfteelen , maar de Bladen zyn flegts drie-
puntig o f liever driekwabbig , als Vygebooms-
Bladen en de Vrugten van grootte als Kwee»
Peeren o f als een kleine Vuist; Het fchynt
ook die te zyn , 'welken P e t i v e r , als van
de Philippynfche Eilanden afkomftig, Pofopofo-
Boom met Platanus - Bladen tytelt. Die van
Pater F E U i L L é E , welke hier aangehaald
Wordt, in een Tuin te Lima in Peru gevonden,
verfchilde voornaamelyk van de anderen ,
door getakt te zyn. Z y verhief zig tót de hoogte
van omtrent twintig Voeten. Haaf Stam hadt
by de agt Duimen middellyn, met eene graau-
we oneffene Schors. De Bladen, als eenWaai-
jer uitgefpreid , Verfchildeh weinig van die der
andefe Soort, Uitgenomen dat derzelver negeri
Snippers weinig of geen Onderdèelingen hadden.
De Bloemen waren Roozekleur, in vyven verdeeld
: de Vrugten , die ’er op volgden j hadden
de gedaante van een Peer, doch waren on-
gelyk van grootte. De door hem afgebeelde
was agt Duimen lang , vierdhalf Duim dik', *
geel van buiten zo wel als het Vleefch, dat
zoetachtig was van Smaak, hebbende in ’t middelpunt
veele Eyvormige Zaadën.
L I
II Bef.i ,. u i. Stuk»
ÖCÜf.'