, n * „ troffen, hebbende de Schors byna glad en
^^oafL* 3» donkerer grys, het Hout week. BoYèn ver-
Hoofd- deelt; hy zig in verfcheide Twygen, naar
STUK* „ alle kanten uitgébreid , wier Takken hier
Vu°boom. , , en daar met Bladen bezet zyn , van v y f
„ Duimen lang en half zo breed, glad , don-
, ker-groen , mét èen Middelrib en dwars«-
, Ribben , op Steeltjes van een Duim lang
zittende. Uit de Oxels der Bladen komt een
* Vrugt voort, in ’t eerst als een Erwt, ver-
, volgens de grootte krygendc van de Wildé
,, V y g en , dan volkomen Klbotrónd , van buiten
groen, van binnen mét veèle roode
Korreltjes gevuld , haar die der Europifchê
" Vygen gelykende, maar'fmaakèlöos. De Boom
, geeft overal een Melkachtig Sap, o f W e y ,
, , uit; waar men hem ook kwétz'e. Dikwils ziet
„ men dqeze Boomen den een o f anderen ou-
„ den Boom 'omvatten , dien zy vervolgens
, verflikken , laatënde uit hunne Twygen lan-
33 ge Vezelen neder, tot aan de Aarde to e ,
die zig onder elkander en met andere dee-
„ leu van den Boom vereeriigen , waar door
, de Stam hol wordt, en dikwils afbreekende
, , de Wegen vërfpert, als wanneer hy om-
,,, tuimelende weder Wortelen fchïet, worden-
de dus de Top des Booms in den Wortel
, , veranderd.”
Oostindi-f Van dergelyke verwarring der Stammen,
fcllC> Takken en Wortelen die de Bosfchen in de
beide Indiën byna ondoordringelyk maakt, kan
men
men een -nader denkbeeld bekomen uit de om- II. *
Handige befchryving welke R u m p h i ü s
geeft van de 'Breedbladige Varinga o f Wann*hoofd-
ige - Boomen , die. men van Java Oostwaardssim. ■
aan , over Baly en Celebes , tot in alle Mo- worui-
lukfe Eilanden vindt. Het zyn groote wyd? mi
uitgebreide Boomen, die ieder op zig zelve een
geheele Wildernis maaken , verfpreidende zig
•van den Wortel aanftonds in verfcheide Twygen,
als ware het een Kruid o f Plantgewas, en
ieder Twyg is zo wonderlyk vol Reeten, Holen
en 'Kuilen , dat ’er millioenen van Slangen
en ander Ongediert in zo .é'éne Boom kunnen
nestelen. De Twygen groeijen bovendien dik-,
wils aan malkander, pn geeyen Wortels uit
naar den Grond, die nieuwe Boomflammen
maaken., even als meermaalen is gezegd’; zo
dat men dikwils te vergeefs zou zoeken naar
den Hoofd- of Moederftam. Doch het gaat
daar mede, even als by ons met de Hazel-
mooten , Vlier en andere iterk uitloopende
Boomen, die op zig zelf in ’t wilde groei jende
geheele Wildernisfen worden , daar men»
ze , door het havenen , tot fraai je Boomen
maakt. By de Huizen en Negeryën krygt de
Waringe-Boom , door het afhaaien der verwilderde
Takken en Slierten, eene vry regel-
maatige figuur. De Bladen zyn langwerpig
rond de Vrugten als Olyven , wordende van
het Gevogelte en ander Gedierte zeer bemind
doch van de Menfchen weinig gegeten., als
V v 4 .zyn-
U Duz,. III. Stuk.