tl,
Afdeel.
xix.
H oofdstuk.
T'lTQp'lfchl
Elk'
Hït
Eiken-
Hout.
mag ftellen dan op ruim honderd Jaaren (*).
Dit kan, wat laage vogtige Gewesten , gelyk
die van onze Provinciën, aangaat; waar zyn;
doch de Ondervinding le e r t, dat, in hooge
? Bergachtige Landen , de Leeftyd deezes Booms
zig tot yerfcheide Eeuwen uitftrekt, en dat hy
aldaar op tweehonderd Jaaren Ouderdom eerst
regt in zyne kragt ftaat.
Onder alle nuttigheden der Eiken is die van.
het Hout wel de voornaamfte. Buiten twyfei
zal in deszelfs duurzaamheid veel verfchil naar
de Groeyplaats zyn ; gelyk ook de Heer K a l m
aanmerkt, wordende daarom de Schepen, die
men in Nieuw Engeland timmert, veel beter,
gehouden dan die der Zuidelyke Provinciën. Die
van Penfylvanie kunnen naauwlyks tien Jaaren
op Zee gebruikt worden. Niettemin, zegt hy,
is ’er onder de negen Soorten van Eiken, welke
in Noord - Amerika groeijen ( f ) 1 geen eenige.
op ver naa , ten dien opzigte, met de Sweed-
fchen te yergelyken. Dit zal, waarfchyolyk ,
ook de reden zyn, dat de Kroonen van Vrank-
ryk en Spanje zo veel Scheeps - Timmerhout
uit de Oostzee ontbieden : te weeten dat het
Noordelyker groeijende Eiken-Hout veel duurzaa
(+) Aanm. op ’f. aanleggen van Landh. en Plant. Amft,
1737* bladz. 193*
m De meefte Bosfchen beftaan aldaar uit Eikeboomen ,
doch van andere Soorten dan de Eüropifche , hoetlanigca
hier voor befchrecvsn zyn.
zaamer is , dan ’tgene in de Bosfchen van die ^^1^ ^
Koningryken valt. Het Engelfche wordt gezegd * XIX. ’
het allerbeste te zyn tot den Scheepsbouw. TotHooFD-
Paalen echter, tot Planken, Waagenfchot, enz,sJ ^ ' ^
js zelfs het Franfche Eiken-Houtzeer bekwaam: e !£.
ja zie hier wat ’er de Heer R o u x van zegge (*).
„ Het Eikenhout duurt tot zeshonderd Jaaren
3, in de Lug t , maar deszelfs Aardachtige na-
s, tuur , weinig Waters, Lugt en Vuur, heb-
„ bende , doet het fcheuren, fplyten en krim-
„ pen: om dat het beflaat uit ongelyke deelen,
„ te weeten drooge , harde en Vezelachtige ,
„ die op hunne plaats gevestigd blyven, ter-
„ wyl de anderen, die vogtiger zyn , naar maa-
3, te derzelver Vogtigheid weg waafemt, zig
,j intrekken; ’t welk zelfs dikwils, wanneer het
„ Hout verwerkt is , gebeurt; maar, om dit
, krimpen voor te komen , behoort men het
„ niet 9 dan wel droog zynde , te gebruiken,
Deeze oplettendheid is niet noodig, wanneer
het Eikenhout in de Grond o f onder Water
35 geplaatst wordt, alwaar de Eiken Paaien vyf-
tienhonderd Jaaren in weezen blyven, en dus
verfteent het zelfs , wanneer deeltjes van
I zand , Kley , Steen o f Zout, in de Poren
, van het Hout dringende, zig aldaar vast zetten
, en die ondereen verbinden , waar dan
zekere mengzels van Zwavel bykomende, zo
„ vormt
(*) Traité des Artres a ouvrer. Paris, 1750, O ft,
v 4