fpitfe , ongedeelde Bladen , en Hartvormige
Stoppeltjes.
II.
A f d e e l .
XX.
H oofd-
* * 5 T o t S om > & in Lapland waargeno-
“ FW a d o o r L i n n ^ p s , betrekt H a u i ,
een Wilgeboom uit Switzerland, met gladde
ovaale, Zaagswys’ getande Bladen , en zeer’
breede byhangzels. Deeze byhangzelsfehynt on-
ze Ridder hier Stoppeltjes ( Stifu h ) te noemen.
Jic kan in de Afbeelding daar voor geen reden
vinden, en ook niet zien, dat de.-Bladen onge ,
fteeld fzyn, en verder niet, dat die byhangzels
20 ongemeen breed zyn zonden , als komende
veel kleiner voor dan de zogenaamde Ooren in
de voorgaande Soort. „ In deeze, (zegt H a l -
« LE \ evenwel $ zyQ de Ooren allergrootst en
” getand.. De Bast is groen o f paarfch, met
„ een fyne Wolligheid; de Takken buigzaam
» ruig.” Hoe komt dit een met het andere over
een ? De ruigte der Takken kan geen plaats'
hebben dan in de Bast o f Schors, en deeze is
bekleed met oen fyne Wolligheid. „ Het Blad
„ vervolgt zyn Ed.) ook onder de Wilgen al!
„ lerbreedst, [dit zou myj zeer verwonderen
» is ovaal, met een taamelyke Punt, aan den
« rand gekarteld , wederzyds ligt” (leve): glad
Z3 l zyn Ed, willen zeggep. Ondertusfchen zal
die
StlpHlfs fiibcordatis. Sy:j. Nat. XII. Neg. XIII. S Fol
Ï T ' Ï ,^C' FL LaPP' *1+ T- 8- f- S• Fl. Sutc. 797 ‘ m *
Sa .x Folus glabtisovatis fwratis, Appendicibus Iatislïnais. hal l ’
fturn isi, “ ■ *!
die Piêkswyze figuur der byhangzeltjes o f 0ort>AFJ^*g .,
jes ’er den bynaam aan hebben gegeven. My is Xx . 1
ld deeze Soort van Wilg niet bekend. Hoofdstuk
»
(8) Wilg met gladde getande Bladen , die viri.1
Lancetswys' ovaal zyra, hebbende Tands “ffagUis.
7 ■ wyr’ geklierde Steeltjes. • ■ ; • Btoofche*
Deeze , gemeenlyk de Broofche genaamd ,
om dat de Takjes zig niet buigen laaten , is
hier de derde onder de Ge-Oorde Wilgen. De
Wilg met wederzyds groene Amandel blad en ,
die | ge - Oord zyn, van B a u h i n o s , zou volgens
den Heer Hal eer tot deeze Broofche,
en volgens R a y , in tegendeel, tot de voorgaande
Zesde Soort behooren. Liefst geloof ik
dit laatfte, hoewel die Engelfcbman zulks echter
maar bedenkelyk voorgefteld heeft. Hy zegt,
dat. men ze &e Kraak-Wilg in Engeland noemt,
en hier te Lande, volgens den Heer dc G orter,
Katten-Hout : misfchien , om dat het
zig niet behandelen laat. Die, echter, .welke
uit Co mm el V N door zyn Ed. aangehaald
wordt,
(*') Salix Folüs 'ferratis glabiis ovato - lanceolatis, Petloliï
dentato • glandulofis. Fl. Lapp. 349.. T. 8. b. Ft. Suec. 79*,
883. Salix Fol. ferratis glabtis. &c. ROYEN Lugdbat. 83. S.
fiagilis. C. B. Pin. 474. Prodr. 1S9- (DlLL. Giesf. 43.) S.
Folio Amygdalino utiinque virente aurito. C B. Pin. 473.
(fee. Haixerum) S. Folio longo, la toque fplendente , fragi-
Us. RAj. A gI. III. p. 443. Canttbr, 1*43. li, Scan, 4.00. j
{; « I te. . ^ ■ ' : l - - '
II. P eel. III, STUK,