II. benthynboom ze lf vloeit , overtreft alle de ge*
Ay xxEL* meIden in helderheid , zynde fomtyds geheel
Hoofd- doorfchyoende, doch ook wel wit - , geel- of
STUK# blaauwachtig van Kleur. Ook is zy geuriger,
tby!-B?om.xmdX va^ n^et altoos dun, ja fomtyds zo Harst*
achtig, dat zy onder’t wryven tusfchen de Vingeren
kruimelt. Gemeenlyk heeft zy de dikte
van Honig. De Eigenfchappen zyn veel met
die der andere Soorten o vereen kom f Hg.
Aan deeze Terbenthyn wordt in ’t Franfch
doorgaans de naam van terebintine de Chio, en
in ’t Latyn die van Terebinthina Chiaoï Cypria ,
dat is Terbenthyn van Chio o f Cyprus, om dat
de beste van die Eilanden kwam, gegeven. Op
Chio o f Seio in de Archipel, daar de vermaarde
T our NE f o r t de Terbenthynboomen ,
van z e lf , rondom de Wyngaarden en aan de
Wegen groei jen de vondt, wordt zy vergaderd,
door in de dikke Boomen met een Byl overdwars
te kappen , ‘t welk in de Zomer ge-
fchiedt. De Terbenthyn , die uit de Wonde
vloeit, druipt op platte Steenen , welken het
• Landvolk daar onder le g t , en dan vergaderen
zy dezelve mer Stokjes in Fiesfchen. Geheel
Chio lévert daar van . niet meer dan ongevaar
duizend Ponden uit, in één Saizoen.
Oe Hoorn- Geene Autheuren , byna , hebben van den
Blaasjes. Terbenthynboom gefproken , zonder gewag te
maaken van zekere Hoorntjes o f Blaasjes, welken
hy aan de Bladen en Takjes uitgeeft. Ds
Kleur van die der Bladen is bleek o f paarfch-
;ach*
achtig, en deeze gelyken wel naar de Blaasjes II.
der Olmen : maar fomtyds fpruiten aan de en-
den der Takken langwerpige KraakbeenigeHooFi»-
Scheedjes, van vier, vyf , zes Duimen of lan-STUK*
ger , in verlchillende geftalte, die roodachtig{^ ^ ^ t
en hol zyn. Deeze , zo wel als de Blaasjes ,
worden, wanneer menze opent, bevonden zekere
taaije StofFe te bevatten , gemengd met
kleine gewiekte Diertjes en Vuiligheden. Het
zyn niets anders, zo R a y met reden oordeelt,
dan zekere Galletjes door het fteeken van Wespjes
veroirzaakt; hoedanigen men aan veelerley
Boomen vindt. Immers ’t is zeker, dat deeze
Blaasjes niet, gelyk aan den Stam der Denne-
boomen * , de Vergaarplaatfèn zyn van het Bal- * zie
famieke Harstachtige Vogt. bladz.+u.
De vermaarde K a e m p f e r maakt gewag witte
van eeue Terbenthyn in Perfie vallende, welkeHatsu
veel in gebruik is by de Oofterfche Volken. Z y
fchynt vergaderd te worden van den echten Terbenthynboom
, dien hy Wilden Piftache - Boom
noemt, veel groeijende in de Steenachtige woe-
fte Berg- Valeijen van dat uitgeftrekte Ryk. Het
Harltige V o g t, dat overvloedig uit de Scheuren
van oude of uk de Wonden van gekwetfte Boomen
zyp e lt, verzamelen de Ingezetenen , en,
hetzelve een weinig gekookt hebbende , gieten
' z y het op een Steen, als wanneer het een Witte
Harst gelykt. Hier van maaken de Vrouwtje
s , aan deeze zyde van den Indus-Stroom ,
Iteeds gebruik , door ze te kaauwen o f in de
Mond