'II. uitgefpreid c ; van welke laatften inzonderheid
gebruik gemaakt is tot de volgende Waarnee-
H oofd- mingen. riy
stuk. Ey Letter A ziet men.één van die half
geoPende Bloempjes vergroot ; waar int aan-
merkelyk voorkomt de Kelk a , d ie , even
gelyk de gemeene Bloemfteel, ruighairig is ,
en ongefteeld , zynde aan den bovenrand in
v y f deelen verdeeld A wier Omtrek mede bezet
is met Zilverglanzige Haairtjes. Daar binnen
vertponen zig de v y f Bloemblaadjes b >
die zeer teder ep niet ruig zyn , hebbende, aan
de kanten ook eenige Hairige Vezeltjes. Ver.
der ziet men , by c , de zonderling famengekrinkelde
-Meeldraadjes' en Meelknopjes (Sta-
wina £? Antherce) gcdeeltelyk binncn-.de Bloem
verborgen.
Het uitgefpreide Bloempje , dat by c aan
het Takje zittende voorkomt,, is-in de Afbeelding
Letter B , met fterke Vergrooting, voor-'
gefteld. Zeer durdeJyk vertponen ? zig dus de
Meeldraadjes, die door geene weeking regt te
maaken waren , i met hunne Topjes" o f Meelknopjes
, wier-Oppervlakte voorkomt als eene.
flingerende verhevenheid , .met- diepere Groeven.
Agt derzelven maakten in dit Bloempje,-
door hunne vereenïging, een plat Voet ft uk
o f Lighaam , en v y f van deeze Lighaamen
ei, a , ci, ei, a t voegen zig , binnen de Bloem-
blaadjes &, b , b , b , b, ringswyze famen aan
en om het Vrugtbeginzel c , welks bovenfte
gegedeelte
met eene Haairige ruigte is begroeid, - II.
en uit welks midden ryst de gladde, ronde
aan ’t end ftomp uitloopende Styl d. Het ge-HooFDtal
der Meeldraadjes, met hunne Meelknop-STUK*
jes c , e, e , e, was derhalve in dit Bloempje
veertig»
De Afbeelding C vertoont de uitgefpreide
Bloemkelk , insgelyks vergroot. Aan den om-
tïek van deszelfs Verdeelingen komen taame-
lyk lange Haairtjes a voor , en op de binnen-
fte Oppervlakte eenige lievige Vezelen. Hier
openbaart zig eep vyfhoekige Vezelige Ring b ,
ter hoogte van het ruige Vrugtbeginzel e binnen
den omtrek van den Kelk zigtbaar, en
als tot een Grondfteun dienende, zo voor de
Bloemblaadjes als voor de Voetftukken of Schub-
achtige Lighaamen , waar in dè Meeldraadjes
famenlpopen. - De binnenfte Oppervlakte van
die Lighaamen ftrekte zig naar het Vrugtbeginzel
uit: zo dat hetzelve waarlyk onder de Bloemblaadjes
gelegen is.
Om de gefteldheid van het Vrugtbeginzel nader
voor ’t Oog. te brengen, is een Loodlynige
Doorfnyding van. een half geopend Bloempje ,
byna gelyk aan: dat van Letter A , hier by D ,
veel meer vergroot zynde, vertoond. De Let-
ter a wyst den Kelk aan , met zyne aanmer-
kelyke ruigte, omvattende het Vrugtbeginzel:
b zyii de Bloemblaadjes; c de Meeldraadjes
( Stamim) ; d de Meelknopjes (Antherce) , naar
het Vrugtbeginzel geboogen; e wyst de lluiting
aan
II. Dee*,. III. Stuk.