II, weinigje langer dan de anderen. De Bloemen
zyn klein, wit en hebben een aangenaameReuk.
H oofd- Daar op volgen fappige, gladde, zagte, ronde
stuk. Besfen, die eerst groen zyn, dan rood en einde-
lyk zwart worden. Zy maaken hangende Tros-
fen ui t , van byna een Voet lang. In het Vlek
St. Pierre zyn zeer bevallige Wandeldreeven
van deeze Boomen. De Ingezetenen noemen
die Bois cotelet, wordende het Hout daar van
tot het maaken van Vedels, Cythers en ander
Mufiektuig gebruikt: weshalve het mooglyk dat
gene zal zyn , ’t welk men by de Konftenaars
Refonantie - Hout noemt. Die van Barbados
geeven ’er , deswege, den naam aan van Fid-
dle-Wood, dat is Vedelhout.
n. (2) Vedelhout-Boom , met ronde Takken ,
cuharex:y- Bloemkelken geknot.
ium cauaa- 0
tum.
Gcftaarte. Deeze Soort, wederom , is door B r o w n e
genoemd Heefterachtig Citharexylon, met byna
ovaale Bladen , dè Steeltjes met Voetjes, de
Kelken geknot, de Trosfen aan ’t end der
Takken langer. Z y zou derhalve nader fchy-
nen te komen aan de gemelde van P l u m i e r ,
welke de Trosfen uitermaate lang heeft, volgens
den Hoogleeraar J. B u rma n n u s (*)'$ doch
de
(2.) Citharexylum Ramis teretibus Calycibus tmncatis. Syst.
Nat. XII. Cith. Fruticofum, Foliis fub - ellipticis , &c. Browi*.
Jam. 265. T. 28. f. 2.
(*J Citharexylon Racemis longisfimis. Puum. Ie, T. 175.
D 1 D Y N A M I A , J I J
de Bladen zyn daar in niet Spatel vormig, ge‘ AFD^'E
lyk L i n n j e ü s vamdeeze aantekent, Op Ja* xiv. *
maika komt dezelye voor, Hqofd-
' STUK,, .
(3) Vedelhout - Boom met vierkantige Tak- C.J^’X
ken, lumquadrangul*.
Deeze Soort ? ten opzigt yan dit Kenmefkvierkantig,
weezcntlyk yerfchillende ,, is door , den Heer
J a c q u i n ook.op Martenique waargenomen ;
doph zy komt., in alle andere opzigten , zö
•volmaakt met ,de voorgaande overeen, dat zyn
Ed. niet ontkennen - durfde , dat die wel een
zelfden oirfprong mogten hebben,. De Stam
en de voornaamfte Takken, allecnlyk, waren
ftomp.vierkantig met vier Sleuven; de Besfen
rood. Van de-Ingezetenen werdt deeze Bois
Cotelet carré geheten,
H A L L E R I A,
Deeze Geflagtnaam ftrekt ter vereeringe van
den beroemden Heer A l e . v a n H a l l e r ,
door wien, behalve veele andere geleerde Werken
, ook. een zeer uitvoerige befchryving der
•Planten van Switzerland aan ’t licht gegeven
js.
De Kenmerken zyn: de Kelk in driéën, de
Bloem
.{3) Citharexylum . Cayl.e arborea , quadrangulari. Jacq.
Amer. 18S. Citharexylon Ramis tetragonis. Syst. Nat. V$€.
XIII. p. 472.
&
Jl.npif,. u i. Stuk.