lil
ij'
H* ongepynde van zelf hebben uitgelevérd , en
g T ,, die van Wilde Efchen, welke ’er niets van
H oofd „ gegeven hebben, houdende de laatite voor
^ >U/K* „ de beste. En , in de Wonden of Sneeden,
c m't , welken zy in zulke Boomen gemaakt hebben,
„ een Houtje , Takje o f Strooitje iteekende,
laaten zy het uitvloeijende Sap daar om ver-
5, dikken , waar door zy die fchoone, lange »
5, groote Stukken van Manna bekomen, welke
,, men Uitgelezen Manna noemt : zynde daar
3, aan dikwils nog een teken van dat Stokje
3, te beipeuren. Die men in heldere, zuive-
,, re, rondachtige Greinen bekomt, in ’tFranfch
9, genaamd Manne en Larmes, is niettemin wel
zogoed. Hieraan volgt, in waarde, de ge-
,, woone Manna Calabrina, en die men in
s, Apulie verzamelt , hoewel deeze niet zeer
, , droog en wat geelachtig is : dan de Siciliaan-
„ fche , die witter is en drooger: eindelyk de
3, gene, die by Civita Vechia, in deKerkelyke
„ Staat, valt , welke drooger, duiiterer en
3, zwaarder i s , en van minder waarde.”
Uit het gezegde blykt , dat de Manna van
Kalabrie het eigentlyke Sap, en wel waarfchyn-
lyk het overtollige voedend Sap der Éfcheboo-
men is ; even als wy dit van de Manna van
Briançon , uit de Lorkeboomen , en van den
Suiker der Ahornen reeds gezien hebben. L e-
m e k y houdt deeze ook voor een Soort van Manna,
en de Vierde Soort zou die zyn, welke in
Arable valt op ftekelige Heefters, en Tereniabin
bin genoemd wordt, waar van ik in ’t vervolg
zal fpreeken. xxi.
Onder alle deeze Soorten van Manna is die
der Efcheboomen het kragtigfte Purgeermid-
del, doch niettemin van een zeer zagten aart :
zo dat zy veilig kan ingegeven worden aan
zeer jonge Kinderen, zeer oude Luiden, hoog
zwangere o f Kraamvrouwen en allertederfte
Geitellen. In andere Menfchen wordt dikwils
een groote veelheid , om zelfs maar een zagte
Ontlasting te maaken, vereifcht. E n , wanneer
zo wel de Gifte als de werking der Manna ,
door byvoeging van andere Ingrediënten , gelyk
gewoonlyk, naar den eifch, door een kundigen
Arts gemaatigd en bepaald wordt, dan is ’t een
zeer heilzaam Middel. Zy komt in verfcheide
laxeerende Eleftuariën der Apotheeken.
(n) Efcheboom met ongekartelde Bladen en nr.
r»i j /i i Fraxinui
TOndt JjlUdJtCClCTl» Jbncricanal.
Virgini-
De Karolinifche Efcheboom met fmalle ne-
derhangende Bladen , aan beide enden fpits ,
wordt deeze van C a t e s b ï genoemd; zeggende
, dat het Boomen van taamelyke grootte
zyn. C l a y t o n voegt ’er b y , dat zy de
Zaad-
( j ) FnJXJ»»rFolioHs integerrimis, Fetiolis teretibns. Gron.
Pir%. izo: IVoYFN Lugdbat. $ 33. Fraxirms Carolinienfis .F o liis
anguftioribus utrinque acuminatis pendulis, C fcTESB. C *r, I. J>.
tT . 80. SELiGM. Vo£, IL Baad, fl. 60,
II, DUb, III, STVBf