n.
A fdeel,
XXI.
H oofd-
ST11'
I*
p.
0cu jata.
Gedojrn*
de.
( 1 ) Pifonia met de Oxeldoornen zeer uitgebreid.
Onder deeze bepaaling komt thans het Gewas
voor, dat onze Ridder weleer eenvoudiglyk
G edoom de Pifonia getyteld hadt. P lumi er
geeft ’er een LymerigeTros- Vrugt aan. Brow-
he noemt het Klimmende Pifonia, met fterke
Ranken , ovaale , wederzyds uitgerekte Bladen
en zeer fterke kromme Doornen. Sloane
noemt het een naar den Paliurus gelykende
Boom, met Doornen, een groenachtige Bloem,
die uit v y f Blaadjes fchynt te beftaan, aanTros-
fen, en eenedrooge, naakte, gefleufde Vrugt,
als van de Klisfèn , zynde een Soort van.Rhamnus
o f Lycium, Fringego by de Jamaikaanen
genaamd.
De Heer J a c q u i n nam dit Gewas op Jamaika
en St. Domingo waar. Het is , zegt zyn
E d ., een onaanzienlyke Boom, die zwaare Takken
als Ranken uitgeeft , welke zig zelf niet
kunnen ophouden. Daar aan zyn , by de Oxels
der Bladen, fterke, fpitffe Doornen, regthoekig
op den Tak , met haakswys’ omgekromde punten,
( 1) Pifonia Spinis ax'llaribus patentisfimis. Syst. Nat. XII.
Gen. 1 162* p. 680. Hort. Cliff. $$7. Pifonia asfurgens &c.
Brown. Jam. 2J8. Pifonia aculeata , 'Fruffu glutinofb Sc
racemofo. Plum. Gen. 7. Ie. 227. f. 1. Rhamnus f. Lycium
Fringegi Jamaicenfibus diftux. Pluk. Alm, 31g. T. 108, f. 2.
.Palm«) affinis arbor fpinofa &c. Sloan. Jam. 137. Hifi, JI.
p. t$. T. IS7, Raj. Dendr, 515. JAC<fc Amcr. Hift, 274.
P o l y g a m i a . 645
ten. De Bladen , die ovaal, fpits en gefteeld II.
zyn , groeijen tegenover elkander. De Bloemen
zyn klein en talryk , uit den geelen groen , en Koofd*
komen by Trosfen voort. Zyn Ed. bevondt,STUK»
dat fommigen van deeze Boomen onvrugtbaare
Tweeflagtige , en anderen vrugtbaare Wyfjes-
Bloemen, zonder Meeldraadjes , voortbrag-
ten.
f2) Pifonia met ongedoomde Takken. ït.
rijonia
Die zelfde Heer vondt in de Bosfchen o m . * o V
ftreeks Karthagena in de Westindien, een On-d oinde‘
gedoomde Pifonia. Deeze maakte een regtftam-
migen Kroonboom, van twaalf en fomtyds twintig
Voeten hoogte, met eenen Stam van v y f Duimen
dik. In digt Kreupelbofch groeijende ,
evenwel, nam zy eene dergelvke Geftalte als
de andere aan. De Bladen en Trosfen verfchil-
den weinig, zo min als de Bloemen, maar van
dezelven kwamen op den eenen Stam onvrugt-
baare Tweeflagtige, op een anderen Stam vrugtbaare
Tweeflagtigen voor. De Vrugt was een
zwartachtige weeke Befie, langwerpig ronden
ftomp, een witachtig Vleefch bevattende, met
één Zaad. Meest vondt men deeze Besfen als
van
( 0 Pifonia inermis, Svst. Nat. XII. XIJJ
Aw'.r. Hifi. 27s. Pifonia Malabarica non fpinofa. Amm Herh.
jS2. Kam-kara-walli. Hort. Mal. VII. p. 33. T. 17. Buu.M.
2*7. Ind. p. 224.
S,S 3
m
« 1
ïp-MÊ
1 m
WtV'fS»!
m m .
-fc’AS5
m