H.
4FDEEL*
;xix.
HpOFD- ,
Stuk.
ii.
j f f i r U iK S
a lia .
witte
Walnootopzigt
van het Gras befpeurt (*), Men krygt
’er de Vrugten best a f, door de Takken met
Stokken te flaan , en dit heeft tot een zonderling
Spreekwoord aanleiding gegeven ( f>
(2) Ockernooten - Boom, met zeven Lancets-
wyze getands Vinblqden, het ongepaards
ongejleeld.
W y komen thans tot de Nooteboomen van
Noord - Amerika, alwaar L i n n ^ os dezelven
fielt Inboorlingen te zyn. Driederley komen
7er voor, waar onder de Witte hier de eerfle is.
De Heer G ronovius bepaalt hem, als
Lancetswys’ gladde Vinblaadjes hebbende, die
fcherp getand zyn en fpits gepunt, zo lang als
de Steekjes en byna egaal van grootte. De
Heer C l a y t o n hack waargenomen , dat de
Vrugt famengedrukt Eyvormig is', diep uitge-
fneeden en zeer hard , van binnen een uitermaa
(*) Indien gébrek van Licht een voornaam beletzel is van
den Groev der Gewasïên , geiyk de Heer Bonnet wil, dan
zou de ongemeene donkerheid van de Schaduw deezer Boo-
teen hier van.een. Andere olrzaak zyn.
( f ) A Sptsnfel, a Woman and, a Walnut - Tree.
The more they are beaten the better /till they be.
(z) JugUns Solicits feptenis lanceoiatis ferratis , impart
fesfili. Syst. Nat. XII. Veg. XIII. Juglams alba SruSlu ovato
compresfo &c. GRON. Wirg, 390 , 150. Nux fnglans alba
Virginienlis. PARK.' Theat. 14.14. Gate SB. Car. I. p. T. 3s.
Ssligm. Nog, I. Band. p. 61. PI. 76. Nux jiiglans Virginia-.
&c. Pluk. Aim. 294. T. 309. fig, it
maate kleine Holligheid hebbende en doorgaans IIzonder
Pit. De 'Engelfchen, zegt h y , noe* A™ u
menze Witte Walnoot. Het i s ‘de Witte Vir- H oofdeinifche
van P a r k i n s o s en C a t e s e y , stdk*
b I*. ' _ m ,* TT• 1 1 VK4ltU)9ten*
die in Noord - Amerika Hickery genoemd wordt.
De Indiaanen, naamelyk, maaken van de Pitten
een Amandel - Melk , welken zy dus hee-
ten, en daar van heeft de Boom onder de
Europeaanen dien naatn bekomen. In de Bos-
fchen rondom de Stad Philadelphia, in Penfyl-
vp ie , i s hyna de Eiken een van de geineenden,
en men heeft ’er drie o f vier Verfcheidenhe-
den van, zegt K a l m . C a t e s b y merkt aan,
dat dezelve in Karolina o f Virginie dikwils
zeer groot vyordt, en een Stam krygt van drie
o f vier Voeten over ’t Kruis. Het Hout is
zwaar geaderd, doch wordt niettemin flegts tot
veele Akker- of Bouw - Gereedfchappen gebezigd
, en voor een ' goede Branddof gehouden,
In de Herfst, als de Nooten afvallen, gaat de
Bolder in vieren open, en de Dop is naauwlyks
dan met een Hamer aan dukken te breeken, bevattende
eene kleine zoete Pit, daar de Indiaanen
een heilzaame Olie uit perfen. De meeden,
echter, van deeze Vrugten drekken de Zwy-
n?n en andere Wilde Dieren tot Winter-Aas.
(3) Ockernooten - Boom met elf Lancetswyze m
Vin- J«glans
Cinerea.
Afchgraan- 0 1 Foliolis UTjdenis lanceoiatis , bafi altera bre- we.
viore. S)st. Nat. XII. Peg. XIII.
x 5